Carnaval: Het kan weer! Als dat geen wonder is…

Een carnavalsviering van de Wurmensoppers. Na twee coronajaren waarin alles anders is geweest. Het kan weer! Als dat geen wonder is! De overweging gisteravond in Bergharen…

Carnaval. Voor mijn gevoel lijkt het heel lang geleden. Zo lang, dat je bijna gaat geloven dat in onze tijd vol veranderingen alle belangrijke bijzaken in het leven voortaan hebben afgedaan. Carnaval is een van die belangrijke bijzaken, een verworvenheid uit een rijk verleden dat bewijst waarom het goed is als dit feest enkele dagen per jaar hoofdzaak wordt. Ongeacht wie je bent en wat je doet: enkele dagen helemaal los, genieten van de pracht en praal, grappen die de sleur doorbreken, even helemaal anders dan anders. Jezelf blijven én jezelf verliezen omwille van het samen. Met dit alles wordt een diepere laag in wijken en dorpen aangesproken: leven, veel meer dan een economische productiefactor… Prins André d’n Twidde is lange tijd beproefd op zijn uithoudingsvermogen. Om zijn carnavalsverlangen warm te houden en de lippen op elkaar. In het bijzonder in al die momenten in de afgelopen twee jaar dat een gesprek over de wurmensoppers ging. Het is gelukt. Na twee bijzonder opmerkelijke coronajaren kan het weer! Als dat geen wonder is… In het voorgesprek hoor ik van de prins dat hij de tradities hier in de dorpen koestert. Ik hoor van zijn ouders, van zijn jonge jaren in Bergharen. Van zijn praktische inslag, familiegevoel, verantwoordelijkheidsbesef. Dan zit je goed bij voetbalclub UHC maar net zo in de parochie. Een sportieve geest kan niet zonder geestelijke voeding. Dat merkt deze voorman van de Welkoop ook in zijn dagelijkse werk. Net zomin als stilzitten staat nee-zeggen in zijn woordenboek. De schaarse tijd dat deze echtgenoot van Ingrid en vader van Lynn niet thuis te vinden is, niet aan het werk of op het voetbalveld, heeft André oog voor de ander – en dus ook oog voor de voorwaardes die nodig zijn om met elkaar een goed carnavalsfeest te kunnen vieren. Dat belooft wat! De evangelielezing komt spontaan op als ik in gesprek ben met een vertegenwoordiging van het bestuur, met de prins en met de jeugdprins. Het eerste wonderverhaal van Jezus is een wonder dat mogelijk wordt gemaakt door een groot vertrouwen, geloof in eigen kunnen en een hulpvaardige geest. De dienaars die de kruiken met water vullen doen al wat nodig is om tijdens een bruiloftsfeest te redden wat helemaal dreigt te mislukken. En dat is voldoende eten en vooral drinken. Wat destijds in het gastvrije Midden-Oosten gold geldt ook met carnaval in onze tijd: een feest waar niet geschonken en gedronken kan worden is geen feest. De jeugdprins krijgt carnaval bijna letterlijk met de paplepel ingegeven. Zijn ouders nemen hem als kind mee naar het carnaval. En, alsof prins en jeugdprins het vooraf hebben afgesproken, beiden hebben vaardige handen die met een gezonde blik op de portemonnee ondernemende ambities koesteren. En daarnaast: op zijn tijd het leven vieren. Zonder uitzondering jong en oud recht doen en mee laten genieten. Dat gaat wat worden hier in het wurmensoppersrijk!

Waarom deze carnavalsviering? Waarom zou je tegenwoordig (nog) de kerk betrekken bij het carnaval? Als ik in mijn parochiële werkzaamheden mensen hoor die niet zo vertrouwd zijn met kerk en geloof, lijkt het alsof geloven iets is dat zich ver van het huidige gewone leven afspeelt. Vroeger mooi en nu nog net niet afgedankt. Alsof geloven is bedoeld voor een bepaald slag, vooral: oudere mensen. Alsof geloven mensen van leven afhoudt of minstens in wil kaderen. Het tegenovergestelde is waar. Zoals de bruiloft te Kana zich middenin het echte leven manifesteert. Net zoals het beste in het leven vaak niet te plannen is maar je daar als betrokkenen wel de goede voorwaarden voor kunt scheppen en er dan mét elkaar in kunt gaan staan. Het is niet voor niets dat God in zijn schepping als allereerste het licht schept. Om het duister te verdringen. Om het leven mogelijk te maken. Zo gaat het in geloof altijd om het echte leven dat om een persoonlijke beaming vraagt en een gezamenlijke inspanning. Laten we in deze carnaval van de belangrijkste bijzaak in het leven weer enkele dagen een hoofdzaak maken. Met deze prins, jeugdprins en hun gevolg heb ik er alle vertrouwen is. Ja, laten we dit wonder gewoon met elkaar waarmaken. Dan zal God erin voorzien en zijn schepping zegenen. Carnaval: het kan weer! Als dat geen wonder is…

(Bron: Johannes 2)

Jack Steeghs

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s