In een vreemd land – psalm 120

Psalm 120, een psalm die leest als een les om te leren leven in een vreemd land.

Psalm 120, 6 – 7

Veel te lang moet ik leven met mensen die vrede haten. Hoe ik ook spreek van vrede, zij hebben de mond vol van geweld.

Als het ware is geloven een beproeving. Van het leren leven met een ideaal voor ogen, dat velen om jou heen niet zien of niet begrijpen. Leven in een vreemd land is daarvan een mooi voorbeeld, zeker als in dat land een mentaliteit wordt voorgeleefd waarvan je gruwt… Blijven geloven in Gods bevrijdende boodschap lijkt dan niet logisch. Waarom zou je? En net zo geldt dat toch ook in onze tijd. Wat levert het op om jezelf op de vrijdagen in de Vastentijd te onthouden van iets lekkers om te eten of leuks om te doen? In rendementstaal: geloven brengt meer ‘menswording’. Geloven is vooral een mentale kwestie om te leren leven naar de bedoeling van schepper/schepping en vasten hoort daar voor de balans bij. Geloven is als ademen, in en uit. De Vastentijd is bij uitstek een gelegenheid om niet zomaar door te werken of door te gaan met het leven dat je leidt en af en toe bewust stil te staan bij wie je bent. Past dat wat je nu bezig houdt bij de persoon die je ten diepste bent? Laat je jezelf gemakkelijk meeslepen door de omringende cultuur? Leren leven in een vreemd land is een beproeving die kan benauwen, maar het vreemde zet ook aan tot bewustwording. Niet voor niets ontdekte het volk van God in een vreemd land de eigen identiteit. En die werd daarna pas opgeschreven in de Bijbel. Zonder leven in een vreemd land was het christelijk geloof er nooit gekomen. Daarom kunnen we best stellen dat de identiteit van ieder mens zich ontwikkelt zolang er leven is. Vasten is dan jezelf bewust openen voor die mogelijkheid, jezelf durven beproeven en daarin geduld hebben met jezelf, je omgevende realiteit en de vrede koesteren in het nu.

(Foto: Visual hunt, Martha de Jong-Lantink)

Jack Steeghs

Plaats een reactie