Het licht dat God in de wereld bracht – overweging

Over het licht van Kerstmis dat God in de wereld bracht: als we het licht in ons leven durven toelaten, dan wordt er een basishouding van ontvankelijkheid gevraagd. Kijk nou eens onbevangen als een pasgeborene, neem waar wat je ziet en handel overeenkomstig. Overweging uitgesproken in het weekend van Driekoningen…

Licht speelt een sleutelrol in de lezingen vandaag. In het alledaagse spraakgebruik wordt wel eens gesproken over ‘het licht zien’ – als het gaat over iemand die een belangrijk inzicht heeft opgedaan. Als het gaat over iemand die iets essentieels als eerste waarneemt… terwijl anderen nog in het duister tasten. Gelijk daaraan toegevoegd wordt dan vaak dat velen dát licht niet kunnen verdragen. Oftewel: menig medemens wordt jaloers als een ander hem of haar net voor is met een nieuw inzicht. Zo gaat dat in onze mensenwereld. Licht is een levensvoorwaarde. Daarom ook roept God in het scheppingsverhaal als eerste het licht in het leven – en Hij ziet direct dat het goed is. Licht staat voor dat wat mensen niet kunnen bevatten. Licht biedt oriëntatie en perspectief. Licht beschijnt de realiteit en stemt mensen tot nadenken, licht zet aan tot handelen. Zoals het mensenkind met Kerstmis het levenslicht zag en als pasgeborene als eerste door de herders wordt gezien als Gods beloofde zoon – als een licht van alzo hoge. Licht is ook een richtingaanwijzer, op weg naar het Beloofde Land. Licht trekt een pelgrimstocht aan van de volkeren, onderweg naar Sion, naar het hart van het Beloofde Land… Maar als ik dit nu bedenk, in een tijd van oorlog tussen Israël en de militante Palestijnse Hamasstrijders… Een oorlog die draait om heilige grond, om voorbestemming, om een ongedeelde waarheid… dan denk ik ook: waar houdt het licht op richtingaanwijzer te zijn en wordt datzelfde licht oogverblindend? Het zijn altijd mensen die geen maat kunnen houden, het zijn altijd mensen die soms vergeten om hoofd- en bijzaken te onderscheiden. Voor mensen ‘ín God’ gaat het altijd om Barmhartigheid betonen, om geraakt durven zijn door het leven, geraakt voor onrecht dat opkomt – al dan niet door jou zelf veroorzaakt… Anders dan wat de seculiere wereld regelmatig verkondigt zet geloven niet aan tot haat en oorlog. Dood en verderf wordt veroorzaakt door mensen die letterlijk doorschieten in het eigen gelijk, mensen die vergeten waarom ook weer, waartoe ook weer en wat staat ons nu te doen? Met de komst van de heidense magiërs, de wijzen uit het Oosten, wordt het zeer plaatselijke Kerstverhaal in het evangelie verbreed tot ver buiten de horizon van Bethlehem. In onze tijd hebben de wijzen uit het Oosten wel iets weg van invloedrijke mediafiguren die het unieke aan Jezus’ geboorte zien, het nieuws heet van de naald oppakken en via vele multimediale kanalen de wereld over sturen. We kunnen niet zonder mensen met mediagevoel, ook in onze parochie niet. Ik merk dat we daar vaak verlegen mee zijn – ik ook – en ‘het goede doen’ graag klein houden. En het liefst heel dichtbij. Maar hoe moeten anderen dan geraakt worden door de bron waaruit jij handelt? Laten we op deze plek een passage uit Jezus’ toespraak op de Berg erbij halen (Mattheus 5, 14 – 16) – in de Bergrede lezen we een soort Grondwet van Godswege, met de zaligsprekingen en diverse praktische handreikingen. Zo staat er ook een stukje geschreven over het licht: ‘Jullie zijn het licht van de wereld. Een stad kan niet verborgen blijven als ze boven op een berg ligt. Je steekt een lamp niet aan om haar onder de korenmaat te zetten, maar je zet haar op de kandelaar, en dan schijnt ze voor allen in huis. Laat zo jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede werken zien en jullie Vader in de hemel verheerlijken’. We hebben mensen nodig die op een persoonlijke manier durven vertellen van waar ze geraakt zijn door die menswording van God, met Kerstmis. Mensen die – ondanks een soms vijandige wereld – rustig blijven en blijvend wegen zoeken die wél leiden tot meer pelgrims. Dan zou dat Beloofde Land zich best wel eens op verrassende plekken kunnen manifesteren. Dan zou een bijzondere gekoesterde plaats hier in het dorp gewoon het nieuwe Sion kunnen zijn. Waarom niet? Want overal waar mensen liefdevol en met aandacht naar elkaar omzien in het licht van de pasgeborene én verrezene, dáár is de Levende in hun midden. 

(Bronnen: Jesaja 60, Mattheus 2)

Jack Steeghs

Plaats een reactie