
Wat een zegen dat ik hier weer mag staan, samen met uw nieuwe predikant Henk van Kapel. Ik ben er dankbaar voor om hier te mogen werken. In de katholieke parochie en zeker ook in de oecumene. Om samen met zovelen in mijn grote werkgebied dankbaarheid voor te leven en mee te werken aan een hoopvolle toekomst. Dankbaarheid is een werkwoord. In het bijzonder vandaag op de jaarlijkse dankdag voor gewas en arbeid, waarin we stilstaan bij de vruchten van de oogst. De oogst van boeren en tuinders maar ook de oogst in ieders leven. Waar bent u dankbaar voor? En als dit een moeilijke vraag is geworden, wat is er dan nodig om weer op het spoor van dankbaarheid te geraken?
Waar ben ik dankbaar voor?
U denkt misschien: waarom is dat zo belangrijk, dat leven in dankbaarheid, is dat niet iets van vroeger? Naar mijn overtuiging leven we tegenwoordig in een tijd waarin de levenshouding die de Schrift aanreikt vaak wordt ingewisseld voor een vorm van assertiviteit waarin weinig dankbaarheid doorklikt. Wij leven in een geïndividualiseerde maatschappij. Wij leven in een tijd waarin we meer vernemen van het tegenovergestelde van dankbaarheid – en dat is: verbittering. Niet alleen op sociale media, in discussieprogramma’s op tv of in opinieartikelen: onze hele samenleving ademt de nodige ontevredenheid en frustratie uit. Begrijp me niet verkeerd: Wanneer iemand door omstandigheden of door toedoen van een ander gedupeerd is geraakt in leven of werken, dan past het opkomen voor jezelf. De ontevredenheid die ik hier aanroer is een soort van deken, dat over de samenleving lijkt te liggen, waardoor menigeen geneigd lijkt om bij de minste tegenslag het overkomen leed tot levensmissie maken. Wie op deze manier dankbaarheid inwisselt voor verbittering begeeft zich niet op een vruchtbare bestaansgrond maar bevindt zich op drijfzand. Wie verbitterd is vergeet te leven zoals de Schrift het ons aanreikt. In de Schrift gaat het namelijk niet alleen om rechtvaardig handelen in het moment, in de Schrift klinkt altijd het lange termijn perspectief door: leven in vrede en gerechtigheid. En daarvoor hebben we God nodig. Ik kan u zeggen, de Schrift mag oud zijn, ze is allerminst uit de tijd. Geloven helpt ieder mens om een goed leven te hebben. Als ik voor mezelf spreek: geloven helpt mij om recht te doen aan wat ik door mijn ouders overgedragen heb gekregen vanuit de aangehangen geloofstraditie. Daarom maakt geloven mij tot een dankbaar mens. Geloven is voor mij oefenen in dankbaarheid voor wat me gegeven is en beseffen dat het leven niet van mij alleen afhangt. In een vorige baan was er een collega die me vaker hoorde en op een gegeven moment zei: Jij hebt vaak zoveel te vertellen, waarom ga jij geen stukjes schrijven op internet? Nu zijn we meer dan 500 boeren-blogberichten verder en ben ik dankbaar dat die collega aan mij teruggaf wat hij zag. Geloven betekent voor mij de erkenning dat ik er nooit alleen voor sta. En dat medemensen meestal het beste met me voor hebben. Geloven betekent voor mij dat wij – een ieder persoonlijk – onze talenten mogen inzetten en in onze dagelijkse arbeid mogen ontdekken waartoe wij op aarde zijn. Geloven is opgaan in het geheel zonder je eigenheid te hoeven verliezen.
We lazen in de Schrift een gelijkenis waarin de lezer stevig wordt beproefd. Wat is rechtvaardig handelen? Alle arbeiders krijgen een denarie – dat is het loon voor een hele dag arbeid. De overijverige rol van de landheer valt op. Maar liefst vijf keer gaat hij naar de markt op zoek naar arbeiders. Waarom toch? Als de landheer voor de eerste keer arbeiders zoekt lezen we het loon van de arbeiders: het volledige dagloon van een denarie. Bij de tweede keer zegt de landheer: ‘Gaan jullie ook maar naar mijn wijngaard, de betaling zal rechtvaardig zijn’. Omdat dit keer geen bedrag wordt genoemd is het effect van dit vers dat de lezer gaat calculeren. Deze tweede groep arbeiders werkt drie uur minder, dus… Als dan in vers 10 het moment van uitbetalen komt doen de arbeiders van het eerste uur hun beklag. Ze mopperen als ze vernemen dat alle arbeiders, ongeacht het aantal uren arbeid, hetzelfde loon krijgen. Wat is dit voor werkgeverschap? Dit is toch niet rechtvaardig? Zeker ook in onze tijd zal een dergelijk werkgeverschap niet in dank worden ontvangen. Wat heeft dit verhaal ons te zeggen op deze dankdag? De landheer overtreft een ‘calculerend’ handelen – dat velen als rechtvaardig zullen zien – door gerechtigheid te doen. De arbeiders van het eerste uur mopperen omdat ze zich verongelijkt voelen voor Gods heilsaanbod. Dit komt vaker voor in de Bijbel. In Marcus 7 (vers 22) staat jaloezie in een lijst met slechte dingen die allemaal uit het binnenste van de mens komen.
Vandaag is het dankdag voor gewas en arbeid. Dankbaarheid is een levenshouding die ervoor zorgt dat je niet wordt aangetast door verbittering of jaloezie. Dankbaarheid past daar waar iemand, zoals de goedgunstige landheer, een ieder hetzelfde bedrag wil geven. Veel mensen zeggen tegenwoordig dat ze ergens recht op hebben. Maar waar hebben wij recht op? Het leven is een geschenk om niet, voor het leven. Wij mensen maken het leven niet, we kunnen ons in liefde aan het leven overgeven en hebben wel degelijk iets in te brengen. Het is aan een ieder om van vanuit deze basis in dankbaarheid te ontdekken waar jouw gaven het best tot zijn of haar recht kunnen komen. Wie dan hindernissen of tegenslag ondervindt zal zeker angst, boosheid of frustratie kennen, maar zal niet gemakkelijk ten prooi vallen aan een levenslange klaagzang, die maar al te gemakkelijk wordt overgedragen aan teveel wat jou lief is.
(Bron: Mattheus 20)
(Foto: visual hunt, kaete_hh)
Jack Steeghs