Stamhouder – psalm 127

Dat het geestelijke aan het materiële vooraf gaat is zeker in onze tijd geen vanzelfsprekende levenshouding. Is het een troost dat dit in de tijd van de Schrift net zomin vanzelf sprak?    Getroffen door de stamhouder in vers 3 rolt er een korte tekst uit mijn gedachten…

Psalm 127. Een bedevaartslied, op naam van Salomo. Als de HEER het huis niet bouwt, is het zinloos dat bouwlieden werken. Als de HEER de stad niet bewaakt, is het zinloos dat wachters waken. Het is zinloos om vroeg op te staan, zinloos om zo laat te gaan rusten. Waarom dat getob voor je dagelijks brood? God schenkt het zijn vrienden in hun slaap. Kinderen zijn een geschenk van de HEER, stamhouders zijn een beloning van Hem. Als pijlen in de hand van een krijger zo zijn de kinderen uit uw eerste jeugd. Gelukkig de mens die daar een koker vol van heeft. Hij zal zijn gezicht niet verliezen als hij in de stadspoort pleit en het tegen zijn aanklagers opneemt.

In alle tijden vertilt de mens zich aan de hoofdrol die hem en haar niet toekomt. Ook in de Schrift moeten de leerlingen van Jezus regelmatig door hem als ‘ziende blind en horende doof’ tot de orde worden geroepen. Dan kan het niet verwonderlijk zijn dat het geestelijke in onze tijd – bijna exclusief toebedeeld aan kerk, klooster of persoonlijke retraite om ‘je accu’ op te laden – helemaal geen optie voor het leven meer is: buiten genoemde plekken kom je het geestelijke gewoonweg niet tegen. En al helemaal niet in de wereld van de arbeid, met name in sectoren waarin de economie op de stoel van God is gaan zitten. Bijvoorbeeld: de maakbaarheid van leven is beperkt maar toch doen we in de gangbare land- en tuinbouw alsóf… beginnen we niet (meer) bij onze gedeelde grond – die tot handelswaar en productiewaar is geworden, ondernemen we niet (meer) alsof grond een levensorgaan is en denken we niet (meer) allereerst in de lange termijn – die de gevolgen voor meerdere generaties op het oog heeft. Zou daarom de rol van de stamhouder uit de nieuwere Bijbelvertalingen zijn ‘wegvertaald’? Omdat de stamhouder geen betekenis meer heeft voor mensen van nu? Ik mag het niet hopen.

(Foto: stamboom van de intuïtie)

Jack Steeghs

Plaats een reactie