
In de Bijbel komen veelvuldig agrarische beelden voorbij. Wie ze kan plaatsen heeft een voorsprong in het verstaan en gebruiken van beeldrijke passages. Psalm 83.
Psalm 83, 2 – 4 . 14
Zwijg niet, o God, houd u niet doof,
God, blijf niet langer afzijdig.
Want zie hoe uw vijand zich roert,
hoe verwaand uw haters de kop opsteken,
hoe sluw zij tegen uw volk komplotteren
en stoken tegen uw beschermelingen.
God, mijn God, maak hen tot distelstro,
tot kaf door de wind voortgeblazen.
In het oude testament wordt veelvuldig geoordeeld en veroordeeld. En niet zelden worden daarbij agrarische beelden gebruikt. Zoals de wens om zij die buiten het verbond leven als ‘distelstro’ te bestempelen. Oftewel: verdroogde plantenresten, die even later tot ‘kaf’ verworden. Het vlies rondom de graankorrel is niet eetbaar en dus waardeloos, hoort bij de oogst gescheiden te worden van het koren – precies dat doet een maaidorser. Vijanden bestempelen als ‘kaf’ maakt in beeldrijke taal helder dat er, als het erop aankomt, hard geoordeeld wordt tussen wie deugd en wie niet deugd.
Vergeet niet dat het bonte boek Psalmen speelt na het slavenbestaan in Egypte, ten tijde van de terugkeer uit de ballingschap (500 – 300 voor Christus). Over gebaande wegen probeert het uitverkoren Godsvolk een nieuw bestaan op te bouwen. En dat gaat met vallen en opstaan, waarbij dichtrijke taal en duidelijke beelden helpen om die gans andere God – heel langzaam aan – te gaan verstaan als een God die begaan is met zijn scheppingswerk en zich meer en meer bemoeit met de geschiedenis van mensen – voor zover die mensen daarvoor open staan natuurlijk. Het is en blijft een gevecht.
’t Is en blef ’n gevecht, Daniel Lohues (Album: Allennig II, 2008):
Op zuuk naor besef en naor warmte
Op zuuk naor joen warkelijke zölf
Zo’n missie komp gauw
Op ‘n zietspoor terecht
‘t Is en ‘t blef ‘n gevecht
Ben weer ‘s uutscheid met roken
Verleidings bennen slimmer as mij
‘t Komp vast wel weer mooi
Op zien pooties terecht
‘t Is en het blef ‘n gevecht
En ik ben nog lang niet muu
Ik ben nog lang niet muu
Ja nou en dan eben ‘n daggie ofzo
Mar opzich ben ‘k nog lang niet muu
Jezus zee tegen zien leerlings
Ien van joe zal mij veraodn
Zo kwam Judas toch mal
In de biebel terecht
‘t Is en ‘t blef ‘n gevecht
Waorum haal ik Judas der bij hier
Waorum weer die biebel enzo
Ik had der genog van
Dat had ik toch zegt?
‘t Is en t blef ‘n gevecht
Jij komt toch uit Twente wat leuk joh
De Achterhoek is vast heel erg fijn
‘k Heb het al te vaake uutlegd
‘t Is en ‘t blef ‘n gevecht
Niet bidden veur bonen, dat doe ‘k nie
En ik slaop niet op stapels met stienen
Ooit as ‘t water echt goed steg
Dan wordt het pas echt ‘n gevecht
Vechten tegen de tranen
Knokken tegen de dwang
Houwerij met joezölf
En de duvel zien knecht
‘t Is en ‘t blef ‘n gevecht
Jack Steeghs