Meedoen op de zorgboerderij (2): Riet

Melkvee aan het kuilgras

Als vroedman is zorgboerderij Blommendal dit jaar voor mij een belangrijke plaats om de accu op te laden (zie: Meedoen op de zorgboerderij: introductie). Met een gerichte aandacht hebben zowel koeien als mensen iets om in hun innerlijke te verwerken. Vandaag het tweede deel.

Riet noem ik haar. Ze valt meteen op als ik net na de middag samen met de andere gasten aan mijn boterhammen begin. Ze is aanwezig en ze kent iedereen bij naam. Humor. Een vrouw van aanpakken. Daar kun je op bouwen.
Als we drie kwartier later aan het werk gaan en diverse ploegen zich verdelen over het erf, gaat Riet met een stel jongelui in de weer. Eerst het schoonmaken van de konijnenhokken. Vers stro erin, voeren, vers water… Later zorgen skelters, de hooiberg met touwen en ander speelgerei voor de nodige afwisseling in het leven van kinderen die het thuis niet zo getroffen hebben – de boerin krijgt later van een van de jongens een brief te lezen waarin hij zich probeert te verhouden met huiselijk leed. Gezichten kunnen aangrijpende boekdelen spreken. Vertrouwen, o zo breekbaar, gedeeld met de boerin op dit erf. Teken van herstel. Ik moet onmiddellijk denken aan de ‘buren’ op een steenworp afstand op het landgoed Stoutenburg: aan ‘de heilige ruimte’ waar Franciscaan Guy Dilweg over schrijft en spreekt: ‘De gemeenschap van de mensen die weten dat ze elkaar gegeven zijn, die het met elkaar uit willen houden als broeders en zusters, dat is een heilige ruimte waarin God zich openbaart’ (‘Maak ons uw aarde – De spiritualiteit van het Franciscaans Milieuproject’, Stoutenburg 2004).
Riet is hoorbaar aanwezig. Altijd. Binnen en buiten, maar niet hinderlijk, eerder volkse gezelligheid in dit minidorp. Soms vanuit de rol van orde en gezag…

‘Jij stinkt’, zegt een van de jongens tegen haar
– ‘Dat kun je niet zeggen’.
‘Ik zeg het toch’.
– ‘Nee, dat zeg je niet. Tegen mij niet en tegen de andere jongens niet. Dat kan echt niet’.

De gemoederen bedaren.

Aan het eind van de middag gaat de zoemer, ten teken dat het erf opgeruimd mag worden en bedrijfskleding op de daarvoor bestemde plaats wordt opgeborgen. Riet rust even uit bij de speeltoestellen.

‘Zo ben ik niet altijd geweest’, begint ze als vanzelf tegen me te praten. ‘Een tijd geleden zat ik met burnout thuis. Het was me allemaal teveel geworden. Mijn huwelijk, mijn werk, stukgelopen relatie van een van mijn kinderen en daarbovenop nog de nodige mantelzorg vanwege ziekte van mijn ouders. Ik trok het niet meer. Als wonder boven wonder kwam Blommendal op mijn pad. Ik voel me hier geweldig’.

Ik geef haar mee dat dát te zien en te merken is. Een vrouw die als herboren zichzelf heeft hervonden en op dit erf een stevige rol heeft gekregen gedurende enkele dagdelen per week. Hoe is het mogelijk?

‘Ja’, besluit ze, ‘Toen ik hier kwam hoefde ik niets maar mocht ik alles’.
– En dit is het resultaat.
‘Zo is het’.

Wordt vervolgd.

Jack Steeghs

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s