In de oogstmaand bij uitstek een oogstverhaal bij uitstek, dat van Ruth. Deze kleine novelle is in de christelijke traditie gekomen als voorgeschiedenis van de latere koning David en de latere ‘Zoon van David’, Jezus. Zonder deze vier pagina’s – 0.2 % van de hele Bijbel – zou de heilsgeschiedenis er heel anders uit zien…
Ruth 1, 1 – 6 . 14b – 16 . 22
In de tijd van de rechters brak er in het land
een hongersnood uit.
Een man, Elimélek, trok weg uit Betlehem in Juda
en hij vestigde zich als vreemdeling in de vlakte van Moab,
samen met zijn vrouw Noömi en zijn twee zonen.
Elimélek stierf en zijn vrouw Noömi bleef achter met haar twee zonen.
Deze trouwden beiden met een Moabitische vrouw:
de ene vrouw heette Orpa, de andere Ruth.
Ongeveer tien jaar woonden zij daar.
Toen stierven ook de beide zonen
en bleef Noömi alleen achter,
beroofd van haar beide kinderen en haar man.
Samen met haar schoondochters
vertrok zij uit de vlakte van Moab,
want zij had gehoord
dat de Heer zich het lot van zijn volk had aangetrokken
en het weer te eten gaf.(…)
Toen kuste Orpa haar schoonmoeder vaarwel,
maar Ruth klemde zich aan haar vast.
Noömi zei:
“Je schoonzuster keert terug
naar haar volk en haar goden.
Ga toch met haar mee!”
Maar Ruth antwoordde:
“Dring er niet langer op aan dat ik u verlaat en terugkeer,
zover van u weg.
Waar gij gaat, ga ik;
waar gij blijft, blijf ik.
Uw volk is mijn volk, uw God is mijn God.”(…)
Zo keerde Noömi,
samen met haar schoondochter Ruth, de Moabitische,
uit de vlakte van Moab terug.
Zij kwamen in Betlehem aan bij het begin van de gersteoogst.
Een opmerkelijk Bijbelboek, dat is Ruth in meerdere opzichten. Veel oog voor humaniteit, medemenselijkheid, de rol van de vrouw, oecumene, over de grenzen van binnenkerkelijke godsdienstigheid heen…
In dit oudtestamentische verhaal is er op het eerste gezicht geen actieve hoofdrol voor mannen weggelegd. Ze gaan allemaal dood. Maar, als Elimélek niet was weggetrokken uit Bethlehem zag onze heilsgeschiedenis er nu anders uit. Concrete mensen in concrete situaties maken het verschil.
Bestemming Moab betekende voor Elimélek heidens gebied aanvaarden. Als er hongersnood is breekt nood wet, maar kan er überhaupt iets goeds uit Moab komen? Volgens de regels niet, volgens ‘Gods Geest’ wel. Uitgerekend zijn zonen huwen een heidense.
Uiteindelijk komt een van beide schoondochters (Ruth) als moeder van zoon Obed in de bloedlijn van koning David terecht, de bloedlijn van Jezus van Nazareth (zie: Mattheüs 1, 1 – 17 en Lucas 3, 23 – 38).
God werkt in en door mensen die er het beste van proberen te maken. Ruth wil niet met schoonzus terug naar haar land Moab. ‘Iets’ trekt haar met schoonmoeder Noömi mee naar Bethlehem en laat haar die prachtige woorden zeggen: ‘uw volk is mijn volk, uw God is mijn God’. Die geloofsovertuiging geeft te denken en handelen. Het agrarisch tafereel dat begint als de lezing eindigt is vaak op doek gezet: de arenleessters (vooral bekend van Jean-François Millet, 1857).
Jack Steeghs
Een prachtig verhaal, dat van Ruth en Naomi, enz. Er zijn vele betekenissen uit te halen en gespreksthema’s. Heel diaconaal is het allemaal. Mooi dat je dit agrarisch getinte verhaal naar voren haalt. Ik vind het woord heilsgeschiedenis wat overtrokken. Wat in Ruth te vinden is, dat is op zich al uiterst heilzaam. Jezus leefde vanuit o.a. deze tekst. Het gaat in de Schrift niet om het ultieme, het gaat veel meer om ware en oprechte medemenselijkheid. Om zoeken naar… en denken over… Bedankt Jack!