In 2014 is melkgeitenhouderij van der Schans in Hurwenen de plek waar ik maandelijks een halve dag mee mag lopen. Waarom? Omdat het de ambitie van mezelf en de boer voedt. Scheppenderwijs.
Een (agrarisch) bedrijf voeren betekent per definitie regelmatig een blik in de toekomst werpen. Wat wil ik? Wat kan ik? Wat is er nodig om mijn wensen – en die van mijn gezin – te realiseren?
Binnenkort wordt het tweede bedrijf van de boer operationeel. De vaste medewerker woont er al. De geiten komen als het ware bij hem wonen. Dit gehoorde roept bij mij de vraag op of ‘groot’ en ‘steeds meer’ de norm is.
‘Nee’, zegt de boer beslist. ‘Daar gaat het niet om. Ik houd van ondernemen en ik lever graag een goed en verantwoord product af. Daar hoort tegenwoordig een bepaalde schaal bij.’
Na de koffie komt een ingehuurde adviseur samen met de boer toekomstmogelijkheden verkennen. Een concreet plan staat op het vuur en ik mag meeluisteren.
‘Dat mijn plan concreet en betaalbaar is betekent niet dat het gerealiseerd gaat worden. Je wilt niet weten hoeveel overleg, tijd en geduld het kost om als ondernemer een gezonde uitdaging voor de toekomst veilig te kunnen stellen.
Vele belangengroeperingen hebben invloed en de omgeving heeft inspraak. Anders dan nog niet zo heel lang geleden is dat de natuur begint met een voorsprong. Uiteindelijk bepaalt de gemeente en mag ik alles financieren. Lastig maar niet verkeerd. Zo werkt ondernemen anno nu.
De sleutel om verder te komen is contact zoeken en onderhouden met share- en stakeholders. Dan gaat het over wat ik – samen met mijn gezin – wil, wat het bedrijf nodig heeft en wat de omgeving aankan.’
Jack Steeghs