Dood en begraven. En dan?

Geen vrolijke keuze dit keer. In Psalm 79 blijf ik met enkele gedachten stilstaan bij vers 2: de dood is geen eindstation.

Psalm 79, 2 (BGT)
Ze hebben uw dienaren gedood.
Hun lichamen lagen op straat,
als voer voor de roofvogels,
als eten voor de wilde dieren.

De dood hoort bij het leven. Toch wordt het onvermijdelijke in onze tijd veelal als categorie van niet-leven gezien. Na het leven komt de dood en daarmee bereiken we een eindstation, want alle aardse (juridische) contracten worden verbroken of overgedragen op nabestaanden. In deze momenten van beëindigen of overdragen is er veel persoonlijke aandacht, en worden betrokkenen door liefdevolle zorg omgeven, maar – hoe dan ook – er wordt een duidelijk punt gemaakt. Dit was het dan. En als het goed is, dan leeft de herinnering voort.

In de gelovige wereld is de dood meer een overgangssituatie dan een eindstation. Er wordt geen punt gezet maar een komma… Daarom zeg ik aan het eind van een uitvaart vaak: ‘We zijn nu aan de drempel van leven en dood aanbeland. Verder dan hier kunnen wij niet met [naam] gaan. We moeten [naam] uit handen geven aan God en hopen [hem/haar] ooit terug te zien. Niet hier op aarde maar in het moment dat wij [zijn/haar] weg volgen.’

De dood blijft een realiteit die we meestal niet wensen – tegelijkertijd wordt de dood met alle levensvormen meegegeven. De dood is onontkoombaar. Daarmee is niet alles gezegd, want het is maar net hoe je ieders persoonlijke leven ziet te midden van al het voortgaande aardse leven.

Met een gelovige blik wordt de dood allerminst ontkend – integendeel – maar wordt ze niet gezien als voltooid verleden. Een gelovig mens is na de dood meer dan voortgaande herinnering. Eerder zoiets als een voortgaand heden. Niet: dit was het dan, maar: dit heeft [naam] betekent met de talenten die [hij/zij] heeft gekregen, nu vertrouwen we [naam] toe aan de levende God en proberen we al wat we van [naam] hebben geleerd mee te nemen in ons alledaagse leven.’

Wie met God gaat krijgt door de doop de kracht en de hoop mee die verder reikt dan wat zichtbaar en meetbaar is. Dat is onderscheidend.
Daarom ook behoren gestorvenen niet al te lang bovengronds te blijven en worden ze bij voorkeur teruggegeven aan moeder aarde. Begraven is opnieuw toevertrouwen aan de voortgaande schepping – op deze plek verbind ik de scheppingswoorden adam (mens) en adamah (aarde) uit het eerste Bijbelboek met elkaar.

Mensen zijn en blijven aards. Tot aan de dood, of tot over die onvermijdelijke drempel heen? Bekrachtigd met de doop, of zonder die rite de passage? Het is maar net waar je in gelooft.

(Foto: pixabay)

Jack Steeghs

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s