Gaan in vrede

Onderstaand de overweging die ik bijna twee weken geleden uitsprak in twee kerken. Je kunt dat als mosterd na de maaltijd zien. Ik zie dat anders, omdat zeker deze overweging veel zegt over de benodigde hoop en het vertrouwen in de tijd waarin we nu leven. Over onze samenleving die op zijn laatste benen loopt en de kansen die ontstaan door geloof in Jezus…

Op het snijvlak van oud en nieuw is het altijd boeiend. Daar waar het oude en vertrouwde nog aanwezig is maar het nieuwe gloort, daar gebeurt iets dat zéker de geschiedenisboeken gaat halen.

Maar ja, léven tussen oud en nieuw is voor mensen die het daarmee moeten doen ook lastig en niet fijn, want: niet duidelijk. En hoe lang gaat deze onzekere periode duren?

Ik zou het zomaar over onze kerken kunnen hebben: amper een generatie geleden nog maar, elke weekend volle bak. En nu? Ik weet zeker dat er jonge mensen met verlangen naar geloofsverdieping buiten deze muren rondlopen, maar hoe bereik ik ze? En met welke taal spreek ik ze aan?
Amper een generatie geleden nog maar, melden hele schoolklassen zich bijna gezamenlijk aan voor het communietraject. En nu? Misschien dat dát massale verleden tijd is geworden, maar betekent dit dat het denken in een gemeenschap van gelovigen passé is? Een complexe kwestie, want geloof wordt weliswaar van persoon op persoon doorgegeven maar kan nooit zonder gemeenschap…
Amper een generatie geleden nog maar, hoefde je als pastor niet zoveel uit te leggen over wat je doet en waarom? En nu? Hier liggen kansen. Want uitleg stemt tot nadenken over wat er werkelijk toe doet – wat misschien goed is voor de oude generatie maar niet meer aansluit bij de nieuwe generatie…

Maar het is niet alleen in de kerk, ook in het onderwijs, de financiële wereld, de agrarische wereld, de zorg, de bestuurlijke wereld en de politiek die merkt – dat wat toen werkte velen ineens handelingsverlegen en sprakeloos maakt.

Wat is er aan de hand?

Het is onze tijd van leven, waarin we merken dat de samenleving – zoals we ze toevertrouwd hebben gekregen – op zijn laatste benen loopt. Ik hoor het niet alleen uit de mond van ouderen verzuchten. Maar het is wel de oudere generatie die op dit punt het meest te verduren krijgt.

Tegenwoordig is voor deze algehele maatschappelijke onrust een vakgebied ontwikkeld: transitiekunde.

Voor gelovigen bestaat zo’n transitiekunde al vele eeuwen. Op het snijvlak van het oude en nieuwe testament is er veel onrust. Jezus was toch een Jood? Waarom moet er dan in het beginnende christendom van alles veranderen in het geloof dat hij via zijn ouders kreeg overgeleverd?

Het is maar net in welk kamp je staat – welke vragen je stelt en welke antwoorden je geeft.

Van Jezus mogen wij aannemen – dat is geloof – dat hij oud en nieuw overbrugt. Hij is de personificatie van God die mens is geworden. God is met Kerstmis mens geworden, is naar de aarde toegekomen op een wijze die díe almachtige God kwetsbaar maakt als nooit tevoren – namelijk door te komen in de gedaante van een baby.

Daarmee komen er veel veranderingen op de gelovigen af die leven op het breukvlak oude/nieuwe testament:

– De God die in het oude testament via profeten naar mensen toe bemiddelde is in het nieuwe testament veranderd in een God die mens geworden is. God zat op afstand en komt dichterbij dan ooit eerder in de geschiedenis…
– Met het nieuwe testament is de Joodse Wet ‘liefde’ geworden. Daarmee houdt het oude niet op en leven de wetten voort over de nieuwe brug die ‘Barmhartigheid’ heet. Jezus is de bode die ons wenkt om over die weg van Barmhartigheid te gaan. En Simeon ziet dat…

Aan het woord is een tevreden man, Simeon.
Een mens die gekomen is aan het eind van zijn leven en zegt:

‘Het is mooi geweest, laat mij maar gaan.’

Mijn ogen hebben uw heil gezien?
Welk heil zag deze man?
Een klein kind, nieuw leven, toekomst?

Is het ook niet de mens die leeft vanuit de psalm: ‘Ik wacht de Heer’ (psalm 27) en nu ontdekt: het is de goede weg, alles valt op zijn plek?

Je ziet heelheid in plaats van gebrokenheid. Het is als bij de intimiteit van geliefden, je ziet en wordt gezien.

Een moment van genot en intense vreugde.

Wie zou er op het moment dat het Kerstkind met zo’n eerbied in jouw armen gelegd wordt geen lied van dankbaarheid aanheffen en met nieuwe ogen verder gaan?

(Bronnen: Maleachi 3, Lucas 2)

(Foto: visual hunt, roel wijnants)

Jack Steeghs

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s