Op het oogstfeest Pinksteren kreeg het Joodse volk de Tien geboden. De Tien geboden zijn de voor christengelovigen belangrijkste wetten geschreven op twee stenen tafelen. Voor het Vaticaan zijn de Tien geboden aanleiding geweest om de Tien geboden voor het milieu uit te brengen (zie: duurzame kerk). Voor mij alle aanleiding voor een agrarische tint. Vandaag deel 2.

2. Weinig minder dan een God. De natuur is geen gebruiksobject dat kan worden gemanipuleerd en geëxploiteerd, en ook geen absolute waarde die boven de menselijke waardigheid staat.

Als je in je bedrijf opgaat en het is een verlengstuk van je leven, dan is er het gevaar dat dat behoeden Goddelijke trekjes krijgt. In hoeverre is dat erg? Waar ligt een optimum en hoe bereik je dat? Hoe ga je daarmee om?
Marjolein Tiemens-Hulscher (zie: Duurzaam geloven, hoe zit dat? of ga naar haar blog: Groen geloven) zegt in haar beschrijving van dit gebod:

Dan komen we, net als bij het eerste gebod (gebruiken en niet misbruiken), bij de twee Hebreeuwse woorden uit het scheppingsverhaal avoda (bewerken) en sjamar (bewaren). De mens mag aarde, planten en dieren ‘bewerken’ om hem tot nut te zijn, maar het is niet de bestemming van het dier en de plant om alleen maar de mens te dienen. Aarde, planten en dieren hebben ook een eigen bestemming, een intrinsieke waarde, die de mens dient te respecteren. Dan kan je je afvragen hoe het zit met bijvoorbeeld de legbatterijkippen, de kistkalveren of de hokvarkens. Mogen zij nog kip, kalf of varken zijn, of zijn het in feite objecten geworden?

Naast aarde, dieren en planten onthult dit gebod nog een andere dimensie. En dat is het bedrijf als geheel van activiteiten waarmee de boer zijn roeping ordent en vorm geeft. Dat ‘geheel aan activiteiten’ managen vraagt om een gezonde exploitatie en een goed zakelijk en bedrijfstechnisch inzicht. Doe je dat niet, dan valt er na jou niets over te dragen aan een volgende generatie of een andere bedrijfsvoerder. Daarom, wat mij betreft, lijkt een goed gerund bedrijf op weinig minder dan een God – maar wel minder, anders… Want het is niet het bedrijf of het landleven maar iets anders dat jou als agrarisch ondernemer op weg stuurt.
Niet iedereen zal het onderstaande gezang beamen, maar dan ben ik benieuwd hoe die kracht of geestelijke drijfveer, ziel, humuslaag, eruit ziet en hoe deze jou voedt en gevoed wordt?

Hoort hoe God met mensen omgaat
Hoe hij onze Schepper is
Die ons maakt tot zijn getuigen
Dragers van zijn beeltenis.
(Gezangen Voor Liturgie 619, 3)

Wie voor het komende weekend (22-23 juni 2013) op zoek is naar een zinvol uitje verwijs ik naar lekker naar de boer.
Een kans om op een laagdrempelige manier aan de boer-in ter plekke te kunnen vragen hoe dat bij hem/haar zit met voeden en gevoed worden.

Wordt vervolgd.

Jack Steeghs