God heeft zich in de Bijbel kenbaar gemaakt aan mensen. Aanspreekbaar, aanroepbaar voor al diegenen die daarvoor open staan. God maakte zich aan Mozes bekend met ‘Ik zal er zijn’ (Exodus 3). Daarmee heeft God een identiteit die mensen aanzet tot leven in vrijheid. Psalm 54.

Psalm 54, 3a
God, bevrijd mij door uw naam

Je naam is je identiteit. Je naam zegt iets over je afkomst, de bagage en ballast die je meedraagt. Je gewoontes, taal, gevoelens, verlangens. Je naam is veel meer dan een etiket. Dat geldt ook voor de ‘onkenbare’ God (zie bijvoorbeeld psalm 1: ‘aan de vruchten herkent men de boom’).

Twee zaken vallen mij op in deze psalm: de gans andere God en het menselijke verlangen naar bevrijding. Bevrijd worden van wat je dwars zit of zwaar ligt vraagt allereerst om de erkenning dat je bevrijd wil worden. Bevrijd willen worden betekent dat je de bereidheid toont om je ‘te laten gezeggen’, de bereidheid om te ontvangen. Pas dan kan de naam van God werkzaam zijn. Pas dan kan jouw naam in verbinding worden gebracht met Gods naam.

Daarom wordt in sommige culturen niet alleen de verjaardag gevierd maar ook de naamdag – meestal verbonden met de dag dat je gedoopt bent. Volgens mijn doopnamen ben ik een wilskrachtig beschermer, een geschenk van God. Dat is nogal een hoge verwachting die me als baby werd meegegeven. God weet of ik het waar kan maken.

Jack Steeghs