De meeste vertalingen situeren de goddelozen in Psalm 68 als mensen die leven ‘op dorre grond.’ Leefomstandigheden die beter kunnen vragen meer dan de bekering van individuen…
Psalm 68, 7
God geeft eenzamen een thuis
en gevangenen vrijheid en voorspoed.
Maar opstandigen zullen wonen op dorre grond.
Wie enigszins thuis is in de Bijbel weet dat God een voorkeursoptie heeft voor mensen in de verdrukking. Voor armen en eenzamen, maar ook voor hen die er een potje van hebben gemaakt en nu in de gevangenis zitten!
Kantelpunt in de wereld van God en geloven is nooit een specifieke situatie maar is de gesteldheid van het menselijke hart: de aanwezigheid van verlangen om meer Godgericht door het leven te willen gaan. Om dat te kunnen is iets nodig: voor een gezond hart is een gezond klimaat, een gezonde leefomgeving nodig. Menig oudere hoor ik tegenwoordig nog steeds zeggen: ‘goeie grond.’
Daarom ook kun je onze tijd met de Bijbel in de hand niet anders dan ‘kritisch’ tegemoet treden. Vooral vanwege de individualistische inslag, die als een lappendeken over onze welvarende tijd gedrapeerd ligt. Welvaart is een genoegen, is goed. Maar welvaart die gebouwd is op individuele prestaties kent een keerzijde, namelijk dat de gemeenschap verzwakt wordt en daardoor de arme en eenzame niet zomaar ‘vruchtbare grond’ onder de voeten voelt. De weg naar God wordt dan een welhaast onmogelijke opgave.
In kerk en geloven wordt het ‘ik’ altijd gedragen door het ‘wij’, niet andersom. Ziehier een van de grootste uitdagingen in onze tijd van leven.
Jack Steeghs