Geen vieringen dit weekend in veel kerken vanwege het wereldwijd om zich heen grijpende coronavirus. Onderstaand de overweging die ik twee keer zou houden. Meelezen in tijden dat het erom spant…
Onlangs las ik in de plaatselijke weekkrant een artikel over het lustrum van een maandelijkse koffieochtend. Een kerkgenootschap heeft een ruimte in een afgedankte middelbare school ingericht als woonkamer en nodigt iedereen die maar wil uit om aan te schuiven. Ikzelf heb ook enkele keren een kop koffie meegedronken. Wat een prachtig en eigentijds initiatief!
In het artikel staat dat er regelmatig gesprekken op gang komen over geloof, daarom wordt de huiskamer ook wel ‘huiskamer van religie’ genoemd. En nu komt een passage waar ik enigszins haak… ‘Het is bijzonder om te zien dat hier iedereen wordt geaccepteerd en dat naar alle meningen wordt geluisterd’.Ik haak omdat gesuggereerd wordt dat geloof een mening is. Geloof kent vele smaken en accenten, maar is geen mening. Geloof is een levensovertuiging. Het is alsof de journalist met een politiekcorrect stukje kerk en samenleving probeert recht te doen. Door deze ene zin, met de suggestie om mensen met diverse meningen maandelijks koffie te laten drinken, laat de schrijver zien dat hem compleet ontgaat, waar het in kerk en geloof om draait: kerk en geloof gaat over willen leven vanuit de bron die God tot Vader en Moeder van alle mensen maakt.
Ik moest bij het voorbereiden van deze viering automatisch denken aan genoemd krantenartikel. De Samaritaanse vrouw bij de bron is een van de vele voorbeelden in de Schrift waarbij de weerbarstige praktijk van leven in aanraking komt met de wet van het Joodse geloof. Jezus laat zien dat hij drinkt uit die ene bron van leven die God tot Vader en Moeder van alle mensen maakt. Tegelijkertijd laat de Samaritaanse vrouw zien dat zij open staat voor deze bron. Zij die niet meetelt laat merken dat de ware bron van leven stroomt: hoe kan zij tegemoet komen aan Jezus, als hij aan haar vraagt om water uit de bron aan te reiken, als ze niet eens een emmer heeft?
De verwarring over letterlijke en figuurlijke dorst lopen in de lezingen door elkaar heen: levend water is letterlijk bronwater, stromend water. Dit in tegenstelling tot stilstaand water, dat brak kan worden en bederven.Van de Samaritaanse vrouw staan enkele passages geschreven die we vandaag niet lezen en waaruit blijkt dat zij een zondig leven leidt maar daarmee wil breken. De bron waar de Samaritaanse uit putte is als het ware opgedroogd. En het is best aannemelijk dat ze niet toevallig bij deze bron van water nieuw leven zoekt en daarna ook zal vinden. Bronwater is een oeroud symbool voor alles wat het leven zinvol maakt.
In het oude testament is bronwater een beeld van alle leven dat God schenkt. In de eerste lezing uit het boek Exodus lezen we hoe indringend een eerste levensbehoefte als dorsten naar water in de woestijn kan zijn. Regelmatig water drinken is in de woestijn gewoonweg urgent, zonder water sterf je spoedig. Het hebben van dorst is voor het Joodse volk daarom genoeg om terug te verlangen naar het land van de slavernij, waar ze onder leiding van leider Mozes juist vandaan komen: Egypte. Trouw aan God komt nu echt op de tweede plaats. Liever voldoende eten en drinken hebben in een onvrij leven dan geen eten en drinken met een gewisse dood tegemoet. Een oneigenlijke keuzemogelijkheid.
Dat ziet ook God aan de radeloze Mozes. Vandaar lezen we van het wonder van de staf waarmee Mozes eens de Nijl in tweeën spleet en waarmee hij nu met een tik op de rots levend water laat stromen. Als er echte nood is zal God erin voorzien.Het blijft ook in onze tijd de grote levenskunst voor mensen om nooit te wanhopen en te vertrouwen op jezelf en de mensen om je heen. Dán zal God erin voorzien mocht het nodig zijn, mocht er een situatie ontstaan waarbij een keuze geen echte keuze kan zijn. Zoals er daar in de woestijn geen keuze is tussen dorst leiden tot de dood snel komt of dorsten naar de bron van God, weg uit de slavernij…
Dat is geen mening, zoals in het krantenartikel waarmee ik begon, dat is een kwestie van overleven vanuit de geloofsbron die ons voedt. Vanuit die bron kunnen we nooit genoeg ontmoetingen hebben, zoals de Samaritaanse vrouw met Jezus heeft daar aan de bron. Die ontmoeting kan in onze tijd zomaar een koffieontmoeting zijn in een tot woonkamer omgetoverd klaslokaal in een afgedankte school.
Dan doen we mee in een ontmoeting waarin we zelf borrelen, als het ware overlopen van de bron van alle leven. Dan wordt onze dorst van binnen voor altijd gestild. Amen.
(Bronnen: Exodus 17, Johannes 4)
(Foto: bron nabij het klooster van de sacramentijnen in Nijmegen)
Jack Steeghs