
Menig theoloog is goed in het spreken over grote visies. Veel lastiger is het om die visies (wat wil God van mij en met mij?) te vertalen naar activiteiten die aansluiten bij de belevingswereld, daar waar mensen te vinden zijn, aanspreekbaar zijn. Met de weekendlezingen van 6 februari in de hand zeg ik er het volgende over…
‘Gooi de netten in het diepe…’
Het is een Bijbelse uitspraak van de vicaris-generaal in het aartsbisdom – een jaar of twintig geleden…
In gesprek was destijds de toekomst en vooral: de weg daar naartoe. U denkt misschien dat het zoeken naar nieuwe wegen in Nederlandse parochies iets is van de laatste jaren. Nee, het gebeurt al heel lang. Ook rondom de millenniumwisseling. De vicaris steekt op dat moment zijn nek uit en schrijft vele columns om nieuwe wegen in te slaan. Omdat de vertrouwde methoden niet meer afdoende blijken.
Die netten in het diepe gooien blijkt een hele lastige kwestie, want het betekent: vissen naar mensen in een vijver buiten vertrouwde wateren. ‘Hoe doe je dat?’ heb ik menigeen horen verzuchten. Ten tijde dat ik in de caritas werkte in het aartsbisdom Utrecht was de grote vraag dan ook steeds: hoe bereiken we goede mensen? Hoe bereiken we goede mensen voor het bestuur en de werkgroepen? Maar ook: hoe bereiken we de mensen met onze goede werken?
Hoe? Vanuit vertrouwen!
Het is de hoofdvraag geworden in de kerken in onze tijd van leven. Ik zie in de praktijk tegenwoordig dat de hoe-vraag dusdanig verlamt of mensen overvraagd, dat alle heil bij voorkeur gezocht wordt in het vertrouwde. Begrijpelijk maar niet heilzaam. Integendeel.
Met de Schrift in de hand is het leven veel meer een kwestie van het onbekende toelaten en soms actief opzoeken dan in het vertrouwde verblijven. Dat vertrouwde zit, als het goed is, in een levend besef dat het die drie-ene-God is die met ons meetrekt.
Afhankelijk durven zijn
Vertrouwen is een voorwaarde om in afhankelijkheid te kunnen staan! Daarom vangen de vissers in het evangelie vandaag in eerste instantie niets. Met alleen maar mensenarbeid is het verkennen van nieuwe wegen zoiets als ziende blind varen. Pas na het gehoor geven aan de roepstem van de Levende wordt er gevangen, en hoe… en énorme massa vissen wordt gevangen.
Het grote verschil met de eerste poging is de samenwerking van geest en arbeid. De samenwerking van God en mens. Een samenspel van beginnen met luisteren en vervolgens antwoorden. Een levenswijze waarbij de tijd wordt genomen voor bezinning, voor stilte. Van niet al te vol zitten met werk en zorgen. Hoe anders… zou de Heer jou kunnen bereiken?
Het is dan ook een klassieker die we vandaag bij de hand hebben. De roepingsformule bij Jesaja verloopt zoals bij Abraham, die gevraagd wordt bereid te zijn enige zoon Isaak te offeren. En zoals bij Mozes, die als schaapherder wordt geroepen bij het brandende braambos.
Het is de kunst om Gods roepstem als zodanig te verstaan en waarderen, in alle nuchterheid zijn werk te laten doen. Dat kan uitmonden in een aanmelding bij het Sint Janscentrum in Den Bosch, maar dat kan ook gewoon in een meer alledaags leven. Op school, in je werk, in je relatie, in je sport. Het is en blijft de grote kunst om de momenten te herkennen dat God jou roept. Vaak helpt leeftijd daarbij. Net als het vermogen om te durven leren van eerdere fouten.
Hulpvraag durven stellen
Daarom: laten we met elkaar de netten in het diepe gooien, vanuit het aangereikte vertrouwen op de levende Heer. In elke eucharistie aanwezig, met een verwijzing vanuit elke andere viering en andere activiteiten. Dan is het alleen nog maar een zaak van de vraag te duren stellen: ‘Heer, help mij om uw roepstem te horen verstaan’.
Ik weet, dat klinkt plechtig, maar de persoonlijke Gods-hulpvraag stellen is de enige weg tot vernieuwing.
Vergelijk het maar met budgetten die burgerlijke gemeentes klaar hebben liggen, voor al die mensen die bij de huidige wetgeving tussen de wal en het schip dreigen te vallen. Bekend is dat veel van de ondersteunende overheidsmaatregelen niet of onvoldoende worden aangesproken. Door schaamte, door onkunde, door futloosheid, door onvermogen…
Geen mens kan goed leven zonder af en toe zelf een hulpvraag te durven stellen. Ik mag hopen dat wie dat niet kan, ondersteuning krijgt van naasten of van dierbaren. Zonder vragen vaart niemand wel. En zij die in naam van God vissers van mensen willen worden al helemaal niet.
(Bronnen: Jesaja 6; Lucas 5)
Jack Steeghs