
Ruim 4 ½ jaar geleden overleed ons pap, ruim 1 jaar geleden ons mam. De generatie die mij is voorgegaan is uit de tijd gevallen. ‘Nu mag ik het van hen geleerde waar gaan maken’, bedenk ik als enig kind, die vele jaren met hen leefde en werkte… Een blogserie over levenslessen van vroeger voor NU (45).
Ook al kan ik veel vanuit eigen boerenervaring invoelen, inmiddels heb ik vanuit mijn latere pastorale werk veel meer inzichten gekregen door heel wat boeren te bezoeken in hun bedrijfsuitoefening, overeenkomsten en verschillen gezien tussen regio’s en sectoren, net als tussen de vaak samenwerkende generaties. Tijdens elke rondleiding zie en hoor ik van de laatste vernieuwing, uitbreiding of ambities in die richting en klinkt regelmatig de vraag: waar houdt het op? Het antwoord is steevast: nooit. Groei houdt niet op, zeggen vele boeren en tuinders. Daarmee bedoelen ze niet dat mogelijk eens heel het platteland vol veestallen wordt gebouwd, om maar een schrikbeeld van velen te noemen. Met het ontkennen van grenzen aan de groei bedoelen vrijwel alle boeren de geestelijke dimensie. Voor gelovige boeren wordt deze groei vanzelfsprekend met ‘God’ ingevuld. Voor anderen is het een mengelmoes bestaande uit een vleugje geloofstraditie en gegroeide eigen inzichten, vaak ontleend aan de oudere generatie en de streek. Veel boeren en tuinders noemen geestelijke groei simpelweg ondernemersruimte. Een ondernemer wil vooruit en die mentaliteit houdt nooit op.
Onderscheid materiele groei – geestelijke groei
Als we het hebben over grenzen aan de groei dan doen we in het publieke debat vaak net alsof er alleen maar materiele groei bestaat – en die is inderdaad eindig. Geestelijke groei wordt zichtbaar als je doorvraagt en is onbeperkt beschikbaar. Dit inzicht heb ik te danken aan mijn opgroeien als boerenzoon maar ik kon er destijds de woorden niet aan geven: op bijgaande foto (uit 1981) is net de nieuwe stal klaar die letterlijk ruimte bood aan de aankomende generatie. Mijn ouders waren zoals zoveel boeren en tuinders nog steeds zijn: geen groei om de groei maar groei als overgedragen manier van leven volgens de heersende agrarische economische condities in de tijdgeest waarmee we het moeten doen. Wie dit ziet snapt meteen waar de sleutel ligt voor een breed draagvlak voor toekomstbestendig landbouwbeleid.
Jack Steeghs