
Vorige week vrijdag was ik op de Radboud Universiteit voor het symposium: Zorg voor de boer! Dit in het kader van het complexe – en steeds weer actuele – vraagstuk van bestaanszekerheid voor boeren. Het programma haalde de rijke geschiedenis van de NCB/ZLTO naar boven. Met een inleidende bijdrage over het leven en werken van Pierre Lardinois (hij was ongeveer een halve eeuw geleden een tijdlang zowel kamerlid, eurocommissaris en voorzitter van de NCB). Verder een boeiend onderzoek van Anne-Goaitske Breteler over de geestelijke gezondheid op het Friese platteland en er waren panelgesprekken over de hulpverlening aan boerenfamilies. Zowel vanuit de standsorganisatie, agrarische coaches als uit de parochie.
Als middagvoorzitter Hans Krabbendam (directeur van het Katholiek Documentatie Centrum) aan het eind van de middag terugblikt benoemt hij de blinde vlekken van het rationalisatieproces, waar ook de land- en tuinbouw na de Tweede Wereldoorlog onherroepelijk mee te maken kreeg. Ruilverkaveling en mechanisatie hebben niet alleen zegen gebracht maar ze waren wel nodig. De armoede was in de jaren van de wederopbouw aanzienlijk op kleine gemengde bedrijfjes zonder al teveel perspectief. Dat zagen Pierre Lardinois en de toenmalige bisschop Bekkers heel goed en ze namen hun verantwoordelijkheid.
Tegenwoordig leven we in hele andere tijden. Waar Lardinois de omslag naar geld lenen moest stimuleren om een meer ondernemende boerengeest op gang te krijgen (‘Een gulden kost maar 4 cent’) is het nu de kunst om de zorg voor planeet, dier en mens meer in het oog te krijgen. Ton Duffhues, de geestelijk vader van deze middag en voormalig specialist Landbouw bij de NCB, benoemt de hoop. Dat er steeds meer aandacht voor de boer als mens op gang is gekomen. En zo is het. Zo bestaat het Sociaal Fonds van de NCB/ZLTO na zeventig jaar nog steeds en zijn er allerlei nieuwe vormen van hulp en begeleiding opgekomen.
Ikzelf heb het gehad over de onderschatte kracht van onbevooroordeeld luisteren. Om daaraan toe te komen zijn zinvolle verbanden nodig. De landbouworganisatie is er zo een, maar ook de kerk. Mensen, boeren niet uitgezonderd, komen niet zomaar in gesprek over hun zorgen, daar gaat een zorgvuldig opgebouwde vertrouwensband aan vooraf. Vaak een-op-een gesprekken, soms ook groepsgesprekken. Of zoals een van de agrarische coaches het zegt: het samenbrengen van de vrouwen die met een boer samenleven brengt zóveel dat ze met plezier naar huis gaan.
Boer of niet, wij zijn mensen. We hebben of krijgen allemaal te maken met schaamte, faalangst, afhankelijk zijn, je onmachtig voelen… en we zijn allemaal kind van onze tijd, hebben goede dingen geleerd in de jaren van opgroeien maar mogen later vaak ook weer dingen afleren of loslaten, omdat ze niet meer voldoen. Mensen zijn niet voor niets sociale wezens. Als wij door de omstandigheden teveel op onszelf komen te staan dan kunnen we onszelf als het ware vastdraaien. Daarom kan geen mens zonder de ander. Boeren zijn daarvan niet uitgezonderd en zij vormen een bijzondere doelgroep, als verzorgers van het platteland, hoeders van een geaarde mentaliteit en makers van eerlijk en gezond voedsel. Daarom: zorg voor de boer!
Jack Steeghs
Ha, Jack, Het symposium aan de Radboud was boeiend, begrijp ik uit je verslag. Fijn om zoiets te lezen! Ik doe mijn best om -enigszins- optimistisch te blijven ondanks Trump, Musk, Poetin,en andere gestoorde figuren . ik hoor in mijn achterhoofd altijd een passend lied van Jeroen van Merwijk: ‘Niets is voor altijd’….. Daar ben ik het helemaal mee eens.
In deze barre weken heb ik het schitterendste boek gelezen dat ik in mijn lange leven ( bijna 85 jaar…) in handen heb gekregen: het is van Roman Krznaric en heet : Geschiedenis voor morgen. *Inspiratie uit het verleden voor de toekomst (uitgegeven bij Ten Have) *Subliem en bemoedigend De auteur is medeoprichter van The School of Life in Londen!
Ben benieuwd hoe het met jou gaat! Mocht je ooit in de buurt van Den Bosch komen, weet dan dat je welkom bent!! Heb het zo goed als kán! Toos