Boerenpastoraat: levenslessen (66) – talenten

Ruim 6 jaar geleden overleed ons pap, ruim 2 ½ jaar geleden ons mam. De generatie die mij is voorgegaan is uit de tijd gevallen. ‘Nu mag ik het van hen geleerde waar gaan maken’, bedenk ik als enig kind, die vele jaren met hen leefde en werkte… Een blogserie over levenslessen van vroeger voor NU (66).

Over talenten gesproken. Pap vervulde in de vroege jaren vijftig zijn militaire dienstplicht met in zijn vizier een beroepsmatige toekomst als huisschilder. Het liep anders doordat hij bij de introductie van synthetische verven overgevoelig bleek. Hij moest als twintiger een andere toekomst zien te vinden. De situatie: eind jaren vijftig had opa twee boerderijen, waarvan er een al was vergeven. Er was nog een opvolger nodig. Bij opa gingen inmiddels de vele jaren handarbeid tellen en pap was de jongste jongen in het gezin. Het zal zeker mee hebben geholpen dat opa en pap het goed met elkaar konden vinden… zo werd pap uiteindelijk toch nog boer via het eigen erf. Zijn ijver en diverse cursussen zorgden ervoor dat hij in enkele jaren klaar was om het ouderlijke bedrijf over te nemen.

Mam is grootgebracht met een mentaliteit van zorgen voor anderen. In pap vond ze haar liefde en vulde hem aan. Op de huwelijkse ondergrond van mijn ouders zag ik een bijzonder talent van haar: dat van gastvrouw met leidinggevende kwaliteiten. Als geen ander kon zij een warme sfeer scheppen en de ander voor zich winnen. Zij had de charme van een leider die intuïtief wist hoe je in een gegeven situatie het beste kon handelen. Ook als iets vooraf niet was doorgesproken had zij het lef om juist dat te doen dat voor alle betrokkenen nodig was. 

Jack Steeghs

Plaats een reactie