Met een schilderij van ‘ons pap’ verbind ik verleden – heden en toekomst in een serie over mijn weg. Deze keer: een theoloog in de woestijn…
Woestijn
In een serie artikelen verken ik de weg die ik sinds vorig jaar ga. Het is op zich al opmerkelijk om zelfstandigheid en theologie te verbinden (ik schreef hier eerder over in deel 7 uit deze serie). In het leggen van verbinding vanuit een vakgebied dat niet algemeen bekend is kom je in je eentje niet ver. Dat is de reden waarom ik me heb aangemeld voor de redactieraad van voorbijdeonteigening.
En áls je dan theologie beoefent in een door collega’s weinig ontgonnen vakgebied, begeef je je op vreemd terrein. In de theologie kennen we daarvoor de metafoor van de woestijn: geen vanzelfsprekend werkterrein, terwijl diezelfde woestijn tegelijkertijd in de Bijbelse genen van het vak zit… Helemaal in de tijd voor Pasen, waarin we nu zitten: de veertigdagentijd. Een tijd van loutering.
Met de mond vol tanden
In dit geval staat de woestijn voor ‘collega erfbetreders in de landbouw’: agrarische adviseurs uit de commerciële dienstverlening van voer, medicijnen, handel, et cetera. ‘Collega’s’, omdat ik met Boerenpastoraat ook een erfbetreder ben die ‘iets met boeren’ wil. Maar daarmee houdt alle vergelijking op. Want ik ben geen dienstverlener. Eerder een coach of pastor. En ik kom geen producten brengen. Eerder kom ik mezelf in gesprek brengen.
En al kom ik vanuit mijn verleden uit de landbouw, het huidige werkterrein van agrarische adviseurs is mij niet vertrouwd. Meer dan ik vooraf vermoedde voel ik huiver om me aan te melden voor het jaarlijkse congres van Agrivaknet.
Voor de personen die ik op het congres ontmoet ben ik – met Boerenpastoraat – niet zomaar vertrouwd. Dan speelt niet alleen de collectieve absentie van theologen op de werkvloer van agrarische economische bedrijvigheid. Dan speelt ook het, in onze samenleving niet gangbare, inzicht dat deskundigheid niet samen hoeft te vallen met probleemoplossend vermogen. Op zo’n moment voel ik me vanuit mijn diepste drijfveren aangesproken om met de mond vol tanden te gaan staan.
Moed is de belangrijkste eigenschap voor wie op zoek is naar de taal van de wereld (…) De woestijn is een test voor alle mensen: ze stelt elke stap op de proef en doodt wie verstrooid raken (blz. 128)
(…)
Vertrouw op je hart maar vergeet niet dat je in de woestijn bent (…) Niemand ontsnapt aan de gevolgen van alles wat onder de zon gebeurt. ‘Alles is één’, dacht de jongen (blz. 151)
(Uit: De Alchemist, Paulo Coelho, Ned. Vertaling arbeiderspers, Utrecht – Amsterdam – Antwerpen 1994)
Jack Steeghs