Vanuit Psalm 34,1 een korte beschouwing over David. Een zondagskind.
Psalm 34, 1
(…)
‘Hij veinsde krankzinnigheid tegenover Abimelech. Die joeg hem weg en David vertrok.’
(…)
De Psalmen kennen een belangrijke plaats in de Bijbel. Vooral vanwege de menselijke toon in de gebeden en de doorwerking in het Nieuwe Testament, tot en met de gebedscultuur in diverse kerken vandaag de dag.
Psalmen kennen een rijke ontstaansgeschiedenis en meerdere genres. Hele passages lijken nauw samen te hangen met stukken uit meerdere oudtestamentische boeken. Als persoon komt David met stip binnen ergens halverwege het boek 1 Samuel. En hij is meteen een gezegend mens, nog voordat hij de grote held wordt die reus Goliath verslaat.
Niet alle Psalmen worden aan David toegeschreven maar desondanks wordt hij vaak in één adem met de Psalmen verbonden. Al dan niet als muzikaal begeleider met snarenspel.
Wonderlijk is dat er in het hele Oude Testament niet één persoon is die meer voorkomt. En zelfs tot in de laatste regels van de hele Bijbel kom je hem tegen. Wonderlijk. Want David is geen aartsvader, profeet of wetgever. Wel is hij vluchteling, huurling en zelfs moordenaar (2 Samuel 11).
Bovenal blijkt herdersjongen en koning David een zondagskind.
Jack Steeghs
Niet voor niets dat we destijds onze zoon (geb. 1976) : David , Willem, Augustinus heb genoemd .
David / Daoud in het Arabisch betekent Geliefde , leerden we — Ondanks die rotstreek met Bathseba , de vrouw van een van zijn officieren
Bedankt voor je korte story n.a.v. dit ‘Zondagskind’
Joep