Tuin van Eden (1): Paradijs

Een tweedelige zomerblog over de tuin van Eden. Vandaag het paradijs met goed en kwaad, man en vrouw. Volgende week de verleiding en het heden.

Paradijs – Goed/kwaad in de tuin van Eden: leren omgaan met de verleiding om gelijk aan God te worden
Genesis 2, 15 – 18: ‘Toen bracht de Heer God de mens in de tuin van Eden, om die te bewerken en te beheren. En de Heer God gaf de mens dit gebod: Je mag van alle bomen in de tuin overvloedig eten, maar van de boom van de kennis van goed en kwaad mag je niet eten, want op de dag dat je daarvan eet zul je sterven. De Heer God sprak: Het is niet goed dat de mens alleen blijft. Ik ga een hulp voor hem maken die bij hem past.’

Paradijs – Man/vrouw: in de praktijk bestaan er vele varianten op de twee zijdes van een mens
Genesis 2, 21 – 23: ‘Toen liet de Heer God de mens in een diepe slaap vallen; en terwijl hij sliep, nam Hij één van zijn ribben weg en zette er vlees voor in de plaats. En de Heer God vormde de rib die Hij uit de mens had weggenomen tot een vrouw, en bracht haar naar de mens. Toen zei de mens: Eindelijk, dit is been van mijn gebeente en vlees van mijn vlees! Mannin zal zij heten, want uit een man is zij genomen.’

Volgens Harold Kushner nam God geen ‘rib’ uit de mens weg maar een ‘zijde’ (Hebreeuwse ‘Trela’).
Dit detail betekent dat de vrouw een vrouwelijke zijde van de mens is. Dit heeft grote gevolgen voor de tweeledige dimensie van het vrouwelijke a) er is de klassieke Eva = de moeder van alle kinderen, maar ook b) de vrouw, kameraad, geliefde, een vrouwelijke zijde van de mens met een eigen kunnen.





Jack Steeghs

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s