Allerzielen in coronatijd

Het is belangrijk, want voedend en helend voor jezelf, om stil te staan bij hen die niet meer hier op aarde met jou mee kunnen trekken. Stilstaan bij hen ‘die uit de tijd zijn gevallen…’ Daarom is er jaarlijks op 2 november Allerzielen: ‘niemand leeft en sterft voor zichzelf…’ Onderstaande overweging komt uit de Allerzielenviering van gisteravond in Bergharen.

Een mevrouw zei: ‘Mijn geliefde is plotseling overleden. Zomaar ineens uit mijn leven gerukt…

Ineens krijg ik er een nieuwe baan bij: rouwen – een niet gevraagde baan die mijn hele dag en mijn hele nacht in beslag neemt.
Ik heb geen weekend meer vrij. Ook word ik niet ingewerkt. Er is geen cursus die precies op mijn situatie aansluit… Gaandeweg mag ik een geheel nieuw leven ontdekken…

Wat zeker is: elke dag staat dagelijks “rouw” op mijn menu. Elke dag weer: rouw. Welke maaltijd ik ook bereid, het smaakt naar rouw. Ik eet om te overleven.

Gaandeweg, langzamerhand, ontdek ik iets nieuws… dat deze rouw op een bedje ligt, een liefdevol gerangschikt bedje, bestaande uit de mensen om me heen.
En voor al die mensen om mij heen steek ik op Allerzielen graag een kaarsje op. Voor al die troosters. Mannen en vrouwen, jongere en oudere mensen. Volwassenen en kinderen. De overledene is altijd het gespreksonderwerp. En terecht.
Terwijl ikzelf stukjes “leven” bijeen raap en tot een nieuw geheel probeer te maken zet die trooster koffie, hangt de trooster een tas met bloemen aan de voordeur en een zak appels aan de achterdeur.

Elke dag weer die kleine wondertjes, lichtjes die het donker om me heen oplichten. Steeds opnieuw voel ik me gesteund door die trooster. Door die ene medemens, die niet bang is om met mijn verdriet geconfronteerd te worden.

Zo wordt rouw voor mij eetbaar, behapbaar. Door dat liefdevol opgemaakte bedje dat onder mijn verdriet wordt gelegd.

En er komt veel voorbij tijdens het bezoek van de trooster; trooster en rouwende laten elkaar de breekbaarheid zien die met alle leven wordt meegegeven. Daarbij… komt er ook nog troost door de brievenbus, troost die mijn rouwarbeid lichter maakt.
Wat schrijft de trooster? Soms bespeur ik een vleugje “God” in die groene brievenbus. Of lijkt dat maar zo? Zo verlopen vele maanden van rouw.

Ik heb me vaak afgevraagd…
Wat ben ik klein, wat zijn mensen klein, en wat rommelen we toch aan, goed bedoelend, maar toch… Wij mensen?

Ik weet nu beter. Als het er écht op aankomt, kunnen mensen luisteren en “er zijn”. Daarom steek ik een kaars aan, voor al die troosters. En voor mijn geliefde natuurlijk.’

Deze mevrouw toont hoe rouwbeleving eruit kan zien. Rommelig, ondoordringbaar, het dagelijkse leven overhoop, meteen, alles in beslag nemend én zonder overzicht.
Maar gaandeweg ook… dat de dood niet het laatste woord kan zijn. Draagkracht. Hoop. Zoals we ook in de eerste lezing lazen, in het handelen van de buschauffeur. Iemand die meebeweegt met de rouwende, hoe ‘ongeloofwaardig’ een rouwpraktijk ook kan lijken. Een trooster in kapitalen.

Dit jaar vieren we Allerzielen in een onwerkelijke realiteit, waarin een nieuw virus wereldwijd om zich heen grijpt. Als er geen vaccin is, is ziekte en zélfs dood dichtbij. En wat doe je dan?

Verlangen naar…

Verlangen naar de ander, de ander in hoofdletters. Iemand die jou ziet, in je angst en onzekerheid. Iemand die de moeite neemt om ondanks strenge hygiëneregels te kijken naar wat wél kan.

We leven in onzekere tijden. We mogen er op vertrouwen dat juist een geloofsgemeenschap leeft vanuit een bron die zegt: houd moed, wanhoop niet.

Want God is liefde. En Jezus lééft vanuit die Liefde, zelfs tot over de dood heen – zo lazen we in het Johannesevangelie, in een fragment vlak voordat Jezus zou worden gekruisigd.

Als het er écht op aankomt, toont de Liefde haar ware gezicht.

Er is licht,
licht dat de duisternis dooft. Ook al zie je het nu nog niet, het is er wel. Ieder mens mag leven vanuit die verwachting, die hoop.
Wanhoop niet en vertrouw op de Levende. En durf mensen in je omgeving in vertrouwen te nemen. We kunnen niet zonder elkaar. In het bijzonder daar waar ‘rouw’ dagelijks op het menu staat. Amen

(Bronnen: ingezonden brief dagblad Trouw – 2 november 2018; Johannes 17, Romeinen 14)

Jack Steeghs

Een gedachte over “Allerzielen in coronatijd

  1. Goede avond Jack,

    Met aandacht je overweging gelezen.

    Supergoed.

    Begrijpelijk, en duidelijk passend zoals het in werkelijkheid gaat.

    De mens weer hoop en vertrouwen kunnen geven / laten voelen, is een grote kunst, een groot goed.

    Groetjes Truus

    Wij hebben hier in de Woezik zondag om 10.00 uur een woorddienst gehouden voor de nabestaande van de overledenen van het afgelopen jaar. Met 4 leken hebben we de dienst in elkaar gezet en ook samen voorgegaan.

    Wij hadden na afloop er zelf een emotioneel gevoel van.

    Hebben ook hele fijne, mooie reacties gekregen ven de aanwezigen.

    Dat deed ons wel goed.

    Er zou bij ons dus helemaal geen viering zijn, maar wij vonden dat je dit, ook in deze tijd, het niet konden maken om niets te doen.

    Het kost wel wat energie, maar voor ons is het geslaagd!

    Groetjes Truus

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s