Hoe actueel wil je het hebben? Schriftteksten zijn bijna altijd actueel, maar de laatste tijd heb ik het idee alsof ze zelfs voor de huidige actualiteit geschreven zijn. Een omgekeerde wereld. Onderstaande overweging schreef ik voor de weekendvieringen van 17/18 oktober.
Er zijn feiten – dit of dat is toen en toen gebeurd. En er is de beleving van diezelfde feiten – er is áltijd een door ieder mens persoonlijk gevormde interpretatie van de feiten.
Zelfs over feiten is tegenwoordig veel te doen met al dat rondgeslingerde nepnieuws, op diverse mediakanalen. En complottheorieën. Wat moet je nog geloven tegenwoordig? Ik hoor het velen tegenwoordig zeggen, en niet alleen ouderen. Tja, het leven word er niet overzichtelijker op…
Neem dan vroeger, toen feiten nog écht feiten waren… Maar ook toen, ook vroeger was met die feiten allerminst alles gezegd. Want er is áltijd de beleving van de feiten. En die beleving vormt voor ieder mens, uit elk afzonderlijk feit, een heel ander verhaal…
Simpel voorbeeld. Denk aan een regenbui: een toerist verwelkomt in zijn zomervakantie liever geen regenbui, dat past niet in het zomerse plaatje van zon, zee, strand of: fietstocht en wandeling… Maar de boer op de droge zandgronden, die ziet maar wát graag op zijn tijd een bui vallen… De ene goede zomer is de andere niet.
Laten we de Schrift er maar bij nemen, wat ze ons vandaag kan leren.
In de eerste lezing schrijven we het jaar 538 voor Christus, als koning Cyrus de Joodse Ballingen toestemming geeft om terug te keren naar Judea en het verwoeste Jerusalem, om de tempel weer op te bouwen. Een politiek slimme zet om het joodse volk mét hem te krijgen.
Religieus gezien is niet Cyrus de koning maar God. Koning Cyrus is als het ware instrument in Gods handen en krijgt daarom de eretitel ‘Gezalfde Gods’.
In het Mattheusevangelie wordt het feit van de Romeinse bezetting door de joodse bevolking heel verschillend beleefd. De Farizeeën, de ‘nationalisten’ die dichtbij het volk staan. Zij willen niets weten van belastingen aan de Romeinse bezetter.
De Herodianen echter, handlangers van de landvoogd Herodes, ‘collaborateurs’ die meer keizersgezind zijn, zij vinden deze belastingheffing terecht.
Maar de Farizeeën en Herodianen – die voor elkaar als water en vuur zijn – spannen mét elkaar samen. Die samenzwering is deel van het plan om Jezus op de proef te stellen. Ze benaderen Jezus met de vleiende vraag: ‘Meester, wij weten dat u oprecht bent en in alle oprechtheid onderricht geeft over de weg van God’.
Jezus trapt er niet in en reageert onmiddellijk: ‘Toneelspelers, huichelaars! Laat me eens een belastingpenning zien?’
Een slim en tegelijkertijd diepzinnige reactie van Jezus.
De Romeinse keizers meten zich namelijk een goddelijke status aan. Zij eisen niet alleen belastingbetaling maar ook absolute loyaliteit van mensen – een religieuze verering alsof zij goden zijn. De omgekeerde wereld. Wat een gekte!
Jezus legt de wérkelijke verhoudingen bloot: geef dat wat van de keizer is aan de keizer, en laat het daarbij. De keizer is ook maar een mens. En de mens behoort toe aan God want ieder mens is geschapen naar het evenbeeld van God. Ieder mens draagt de beeltenis van God. Ieder mens is een waardig mens die ertoe doet. De beschermwaardigheid van alle menselijkheid doet er toe.
Tot slot… naar een passage uit het boek Romeinen (13, 3 – 7):
Als je goed leeft, hoef je niet bang te zijn voor machthebbers. Wil je leven zonder angst? Doe dan wat goed is, dan word je met respect behandeld.
Ook de overheid staat in dienst van God. Het is de taak van de overheid om jou te beschermen. Maar als je verkeerde dingen doet, kijk dan maar uit! Want de overheid heeft haar macht niet voor niets. Er is ordening nodig.
Mensen die misdaden plegen, krijgen hun verdiende straf. Ook op die manier staat de overheid in dienst van God. Accepteer daarom gezag van de overheid.
Belasting betaal je. En de mensen die belasting ophalen, staan in dienst van God. Geef dus altijd wat je moet geven. Betaal alle belasting die je moet betalen. Heb respect voor wie respect verdient. En geef eer aan wie eer verdient.
(Bronnen: Jesaja 45, Mattheus 22, Romeinen 13)
(Foto: visual hunt, jackmac)
Jack Steeghs