Boerenpastoraat: levenslessen (13) – sporen van concurrentie en solidariteit

Bijna 2 ½ jaar geleden overleed ons pap. Vorig jaar werd gaandeweg duidelijk dat ons mam niet meer naar huis kan komen en de jaren die voor haar liggen mag verblijven in een woon- zorgcentrum. ‘Dat zijn best veel veranderingen in korte tijd’, bedenk ik als enig kind, die vele jaren met hen leefde en werkte… Een blogserie over levenslessen van vroeger voor NU (13).

Bij het opruimen van mijn ouders’ huis kwam ik allerlei schatten tegen. Zoals deze:

Paragraaf uit de landbouwcursus die mijn vader volgde (1951 Belang Boerenstand – Sociologie P. Simeon ofm)

Als ik dit nu lees – 70 jaar later – val ik bijna van mijn stoel:

1e – ‘de boer is immers niet zo afhankelijk van afnemers… niet zo’n concurrentie… betere solidariteit’

Dat was toen, met de veilige schil van de coöperatie, die zich tot in alle haarvaten van de plaatselijke agrarische samenleving liet voelen. Die coöperatie is er nog steeds, maar in grootte inmiddels minstens gehalveerd. Bovendien is het verfijnde netwerk verdwenen – soms zijn er nog sporen van te vinden, zoals ik merk in mijn pastorale werk in het Rijk van Nijmegen. En die solidariteit? Die is verzakelijkt, via allerlei belangen ingekapseld, is dus feitelijk betekenisloos geworden. ‘Wat is dat, solidariteit?’ hoor ik jongere boeren wel eens zeggen. ‘Een speeltje van links, of van de communisten?’

2e – ‘Zijn werk doet hem voortdurend de afhankelijkheid van God voelen’

Dat was toen, in een tijd van vanzelfsprekende kerkgang in de hoogtijdagen van het Rijke Roomse leven. Wat er nog van over is? Mijn vader had die vanzelfsprekende afhankelijkheid in zijn bloed zitten maar sprak er nooit over. Hij leefde ernaar, daaruit moest je het maar opmaken. Ik vroeg hem er in de jaren van de maatschap vaker naar, maar kreeg nooit antwoord.

3e – ‘Ook de boer voelt over het algemeen weinig voor revolutie… bij revolutie en voedselgebrek zullen het eerst de boeren geplunderd worden’

Dat in stilte op jouw manier als boer je werk doen en je leven leiden is nog steeds merkbaar… Of er moet heel wat aan de hand zijn: dat de toekomst op het spel staat. Zoals we in meerdere landelijke boerenacties goed hebben kunnen zien. Als boeren zich tegenwoordig collectief roeren is er echt wat aan de hand!

4e – ‘Lichamelijk is de boerenstand kerngezond’

Dat archetypische wordt nog steeds verkondigd. Maar of het klopt hangt af van sector, financiële vermogens, bedrijfsgrootte en vooral de psychische en communicatieve vermogen van de boer, om in veranderende tijden mee te willen en kunnen komen. Het is dan ook de vraag of ‘de boerenstand’ nog wel bestaat. Ik zie in de praktijk vooral sporen van een boerenstand. Zolang er sporen zijn is er hoop.

5e – ‘Vanuit economisch standpunt is de boer onmisbaar voor een land’

Dat was toen en dat is naar mijn idee nog steeds zo. Alles begint bij boeren en tuinders. De onmisbaarheid van landbouwbeoefening is naar mijn aanvoelen voor elk land wereldwijd zoiets als een natuurwet, maar zo wordt het door technocraten en bureaucraten lang niet altijd gezien.

Jack Steeghs

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s