De essentie van verloren zijn… en gevonden worden!

Wroetend kloostervarken

Een favoriet is ‘de gelijkenis van de Verloren Zoon’ zeker voor mij. Al is het maar vanwege de bijzondere rol die landbouw in dit verhaal inneemt. Het is de Veertigdagentijd, vasten, voorbereidingstijd op Pasen.

Lucas 15, 11 – 32
(11) Hij zei: ‘Iemand had twee zonen.
(12) De jongste zei tegen zijn vader: “Vader, geef mij mijn deel van de erfenis.” En hij verdeelde zijn vermogen onder hen.
(13) Niet lang daarna vertrok de jongste zoon met al zijn bezit naar een ver land, waar hij het verkwistte in een losbandig leven.
(14) Toen hij alles opgemaakt had, kwam er een zware hongersnood over dat land en ook hij begon gebrek te lijden.
(15) Hij zwierf rond tot hij in dienst trad bij een van de inwoners van dat land; die stuurde hem het veld in om varkens te hoeden.
(…)
(17) Toen kwam hij tot zichzelf en zei: “Zoveel dagloners van mijn vader hebben brood in overvloed, en ik verga hier van de honger!
(18) Ik ga terug naar mijn vader. Ik zal hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u;
(19) ik ben het niet meer waard om uw zoon te heten, behandel me als een van uw dagloners.”
(20) En hij ging terug naar zijn vader. Toen hij nog ver van huis was, zag zijn vader hem al en werd ontroerd; snel liep hij op hem toe, viel hem om de hals en kuste hem.
(…)

Het eerste deel van de gelijkenis van de Verloren Zoon biedt meer dan genoeg tot overdenken om een heel leven mee bezig te zijn: de rol die de vader en de jongste zoon innemen, de ruimte die ontstaat, de rol van landbouw, het moment van ommekeer en de betekenis daarvan…
Ik houd het nu bij het moment van berouw en ommekeer, vers 19 mét het eerste deel van vers 20. Wat daar gebeurt is bijzonder interessant.

In de vertaling van de NBV (2004)
‘ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden; behandel mij als een van uw dagloners.’ Hij vertrok meteen en ging op weg naar zijn vader

In de vertaling van de NBG (1951)
‘ik ben niet meer waard uw zoon te heten; stel mij gelijk met een uwer dagloners.’ En hij stond op en keerde naar zijn vader terug

De jongste zoon krijgt de ruimte om de wijde wereld in te gaan. Hij zet de bloemetjes buiten en komt er achter dat hij zichzelf en de erfenis – waar hij vervroegd aanspraak op maakte – tekort heeft gedaan. Er ontstaat persoonlijk berouw, inkeer. En dán… De NBV zegt: ‘hij vertok meteen (…) op weg naar zijn vader.’ De NBG zegt het (met minder eigentijdse woorden) preciezer: ‘en hij stond op en keerde naar zijn vader terug’

Opstanding begint altijd met het vanuit jezelf woorden geven aan de kennelijk benarde situatie waarin jij verzeild bent geraakt. Verlangen om gehoord te worden, het niet bij de pakken neerzitten. Daarom moest ik onlangs bij het horen van deze lezing bij vers 19 onmiddellijk denken aan het gebed van gelovigen dat in elke eucharistieviering wordt gebeden, na het Onze Vader en voor het nuttigen van de communie:

‘Heer ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt. Maar spreek (slechts één woord) en ik zal gezond worden’

Jack Steeghs

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s