Onder de vlag van het WKO verzamelt de studiegroep Nieuw Kerkzijn Platteland ervaring en kennis met het oog op: het beter op gang brengen van het geloofsgesprek op het platteland. Najaar 2018 wordt dit studieproces afgerond. Vorige week deel twee. Onderstaand het derde en laatste deel van het artikel dat vorige maand is verschenen in het WKO-bulletin.
Vanuit een gedeeld basisvertrouwen heeft elke deelnemers zijn of haar inbreng. Naast de casus is er op elke bijeenkomst van drie uur ruimte voor andere kwesties die de aandacht nodig hebben. Bijvoorbeeld de actualiteit of een ervaring die een deelnemer wil delen met de groep. Dit artikel schrijf ik op het moment dat de studiegroep vijf keer bijeen is geweest. De eerste keer maakten we uitgebreid kennis met elkaar en spraken we met elkaar door hoe we het aan gaan pakken. Twee casussen gingen over boeren, twee draaiden om alternatieve vormen van geloofsgemeenschap zijn in een context van platteland. Er volgen nog drie casussen en daarna de afronding. De betrokkenheid van deelnemers, de continuïteit in het samenkomen en de diversiteit van de inbreng zorgt er voor dat we meer dan een studiegroep zijn geworden. Er zijn gesprekken ontstaan tussen bijeenkomsten door, tips die worden gedeeld, zo ook lief en leed. We zijn een soort van geloofsgroep geworden, waarbij alles aan bod mag komen dat in ieders eigen praktijk schuurt. Er wordt volop geleerd. Als ik voor mijn collega-deelnemers mag spreken zeg ik niets teveel dat Nieuw Kerkzijn Platteland als een soort oase in ieders huidige leef- en werkwereld wordt ervaren.
En verliep de werving misschien moeizaam (de groep kon pas starten na twee oproepen: een oproep in januari en een in april 2016), op het moment dat de groep eenmaal loopt blijkt er meer belangstelling te groeien. Sommige belangstellenden zijn afgehaakt vanwege de reistijden. Het is een beperking van dit landelijke initiatief dat de randen van ons land niet zomaar recht worden gedaan. Wat dat betreft zou het mooi zijn als er vervolginitiatieven in de regio kunnen ontstaan. Op dit moment heb ik een lijst met een twintigtal geïnteresseerden. In alle voorlopigheid leer ik hieruit dat dit thema volop leeft maar dat het zoeken is naar wat plaatselijk werkt.
Thema’s: wees present en waardeer wat er is
In de vijf bijeenkomsten tot nu toe zijn er meerdere inzichten gedeeld. Ik beperk me op dit moment tot enkele.
Als je vanuit een geloofsgemeenschap op het platteland niet specifiek gericht bent op boeren maar wil werken aan toekomstbestendigheid, aan nieuwe werkvormen, dan is het vertrekken vanuit de waardering van wat er nu is een belangrijk uitgangspunt. Vanuit die waardering zijn er altijd kansen op het recht doen aan het verleden en het werken aan de toekomst, met behoud van de beschikbare talenten die daarbij nodig zijn.
Als je vanuit de context van een geloofsgemeenschap op het platteland aandacht aan boeren en aan de veranderende landbouw wil geven dan vraagt dit plaatselijk om een initiatief(nemer) die bereid is om boeren te bezoeken. Een eindverantwoordelijke pastor die zijn bevindingen regelmatig in een werkgroep legt werkt goed. Een belangrijke methode van werken blijkt de presentiemethode zoals die vanuit Andries Baart bekend is geworden. Methodisch zijn er namelijk grote overeenkomsten met het werk van buurtpastores in het grootstedelijke oude wijkenpastoraat. Maar de verhalen van hoop, angst en vreugde zien er op het platteland anders uit en hebben andere perspectieven in zich. Vooral omdat deze verhalen klinken in een sterk door de economie bepaald beroepenveld.
Afronding
Hoe het tijdpad er nu uitziet ronden we Nieuw Kerkzijn Platteland af met een speciale studiemiddag in het najaar van 2018. En wie door dit artikel geïnteresseerd is roep ik nadrukkelijk op om zich nu al bij ondergetekende te melden. Des te meer collega’s zich herkennen in onze aanpak, des te meer en betere vervolgstappen kunnen we zetten.
Jack Steeghs