Nieuw Kerkzijn Platteland (2)

Onder de vlag van het WKO verzamelt de studiegroep Nieuw Kerkzijn Platteland ervaring en kennis met het oog op: het beter op gang brengen van het geloofsgesprek op het platteland. Najaar 2018 wordt dit studieproces afgerond. Vorige week deel een. Onderstaand het tweede deel van het artikel dat vorige maand is verschenen in het WKO-bulletin.

Werving en start studiegroep
Vanuit dit soort persoonlijke overwegingen en een betrokkenheid die zich geleidelijk aan heeft verdiept, heb ik begin 2016 in het netwerk van het WKO een oproep geplaatst om gelijkgestemden op het spoor te komen. Wat mij voor ogen stond: het samenbrengen van een groep van pastorale professionals in een plattelandscontext, die net als ik merken dat sommige leervragen in de alledaagse pastorale praktijk nauwelijks aan bod komen. En daar waar ikzelf vooral de aandacht geef aan boeren en tuinders, zoek ik bewust een groep met een bredere oriëntatie.
Die oproep luidde als volgt: ‘als het om vernieuwing in kerken en gelovige betrokkenheid gaat, wordt vaak allereerst naar de stad gekeken. Daar gebeurt het, zo denkt men. Toch is die redenering eenzijdig. Op het platteland vindt net zo goed vernieuwing plaats. Alleen verloopt deze weg naar vernieuwing in de meer landelijke omgeving anders dan in de stad. Om hiervan werk te kunnen maken roept het WKO leden die geïnteresseerd zijn in nieuwe vormen van gelovig leven op het platteland op om samen te komen.’

Doel Nieuw Kerkzijn Platteland
Inventariseren welke vormen van vernieuwend pastoraat in dorpen en op het platteland wij kennen, aan welke nieuwe vormen we kunnen en willen werken en hoe we elkaar kunnen ondersteunen op de ingeslagen weg. Daartoe bespreken en analyseren we vernieuwende praktijken, bij voorkeur eigen praktijken van deelnemers.
De uitkomsten van onze besprekingen delen met een breder publiek, bijvoorbeeld via het WKO-bulletin en een studieconferentie.

Werkwijze
Waar ik aanvankelijk dacht aan een intervisiegroep is Nieuw Kerkzijn Platteland een studiegroep van gelovigen geworden. Een groep van uiteindelijk zeven professionals, verspreid over het land en verspreid over meerdere denominaties. Een groep met leden die van elkaar willen leren. Maar ook een groep die met elkaar de huidige stand van ‘praktische opbouwkennis’ naar een hoger plan wil tillen. De redenering in de groep: er is veel wetenschappelijke kennis en er zijn tal van handelingsmodellen beschikbaar, maar er komt zo weinig van terecht in de weerbarstige pastorale praktijk op het platteland. Hoe maken we de bronnen die ons ter beschikking staan meer toegankelijk voor iedereen die in een context van platteland en geloven werkt?

De werkwijze die we hanteren is intervisie vanuit casuïstiek. Elke bijeenkomst bereidt een van de deelnemers zijn of haar praktijkkwestie voor met enkele leervragen. Met elkaar buigen we ons over de vragen die spelen en de rol die de indiener inneemt. Bij de bespreking van elke casus hanteren we globaal de richtlijnen volgens Balint:
– Korte toelichting van de indiener bij het ingebrachte
– Vragen ter verheldering van de groepsleden
– De leervraag van de indiener: wat wil de indiener leren van deze sessie?
– Associaties van de groepsleden
– Met elkaar onderzoeken wat de betekenis hiervan is voor de indiener
– De indiener reageert wat hij/zij leerde

Wordt vervolgd.

Jack Steeghs

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s