In het boek Psalmen komt vaker een verwijzing naar de naamgever van alle leven terug. Je zou kunnen zeggen dat het hele boek Psalmen één lange lofprijzing is op de onuitsprekelijke naam van de Allerhoogste. Psalm 66. Je naam leven. Gewoon doen.
Psalm 66, 2
bezing de eer van zijn naam,
breng hem eer en lof.
Wie als gelovige leeft ziet in alle leven een aansporing om te leven naar de bedoeling van God. Deze aansporing heeft niets te maken met een kleinburgerlijke moraal, leven met een aangetrokken handrem of met een zuur gezicht, leven volgens regels waarin verboden doorklinken.
Leven vanuit de naam van God, vanuit je eigen naam (!), is leven vanuit de kwetsbaarheid die met alle leven gegeven is.
Kwetsbaarheid doen
In die kwetsbaarheid zit een onomkeerbare kracht die direct verwijst naar al het geschapene. In die kwetsbaarheid zit een aansporing om te leven, ten volle uit. Zoals zuigelingen dat zo mooi kunnen laten zien. Dat is eer en lof brengen.
Die kwetsbaarheid vraagt erom erkend te worden, gedaan te worden.
In de praktijk
Ik ben weer begonnen met een nieuwe kring Grond Van Leven. Dit is een gesprekskring van vier avonden waarin we door het vertellen van en luisteren naar elkaars levensverhalen in een kleine kring op het spoor komen van de naam aller namen. Op de laatste avond klinkt de uitnodiging om in te gaan op de naam van God. Wie is Hij/Zij voor jou? Of, hoe ziet dat eruit? Hoe is het voor jou?
(Foto: pixabay)
Jack Steeghs