
In de wachtkamer van het leven vult mijn hart zich met gedachten… Over boer-zijn gesproken in onze tijd. Mijmerend vanuit geluiden die me bereiken vanaf erf en vanuit media. Over hoe het altijd weer gaat… Over een wenselijke toekomst gesproken. Wat valt er door een pastor te zeggen?
Wie heeft het ooit kunnen verzinnen, hoe hebben we er met elkaar ooit zoveel aandacht aan kunnen geven: Landbouwbeoefening voor de winst? De landman heeft een andere rol. De boer is er voor de samenhang. Voor de bekleding en onderhoud van landschap en waterwegen. Voor de zorg voor dieren en planten, omzien naar elkaar. Voor het besef dat wij aardlingen zijn. Om klaar te staan als dat nodig is: verspiedende aandacht bij dagelijkse werken, een helpende hand bij geboorte, een plotselinge reparatie op zondag, oogst binnenhalen bij buren, afwisselende taken in voor- en achterhuis… We hebben de afgelopen halve eeuw van landbouw een onderneming zonder gezamenlijke bodem of bestemming gemaakt. We vergeten de geschiedenis: de moeite die een boerenbedrijf kost. We vergeten de prijs die betaalt wordt door de meest kwetsbaren, doordat we onszelf als sector steeds meer afhankelijk maken van het grote geld. We vergeten wat landbouwbeoefening voor iedere regio waard is. We spreken veel te weinig over de inhoud van landbouwbeoefening en wat daaruit aan levenswijsheid opkomt. Inhoudelijk heeft landbouweconomie veel weg van zorg. Want de boerenpraktijk vraagt iedere dag inzet, is elke dag anders en vraagt voortdurend improvisatievermogen: als de wind uit een verkeerde hoek waait, een ziekte uitbreekt, machinepech zich voordoet, een verstuikte enkel je doet strompelen, geplande vrije uren vervliegen… Daarom is de gunfactor voor veruit de meeste boeren vele malen belangrijker dan een verdienmodel. Een gezonde bodem is een gedeelde bodem, waarop je er nooit alleen voor kan staan. Maar hoe dan die scheefgegroeide realiteit om te buigen? En door wie te beginnen? Wie het ziet kan het. Doe het nu: je uitspreken, gedachten delen. Opstaan vanuit een leven dat je teveel naar betere tijden laat verlangen vraagt moed, medemensen en geloof. Pas dan komt er ruimte vrij, pas dan kan het ook op elk boerenerf echt Pasen worden. En voor wie het niet ziet? Die wens ik moed om aan jezelf toe te geven dat je het niet meer weet. Die wens ik openheid om vooral ontvankelijk te zijn: voor de mensen om je heen – je meest dierbaren voorop, samen met collega’s en vertrouwde organisaties die bereidwillig genoeg zijn om met je mee te kijken en je bij te staan.
(Foto: visual hunt, nationaal archief)
Jack Steeghs
Mooi hoopvol schrijven, moet je eigenlijk naar de tweede kamer sturen ter over weging
Dank Riky!
Ha, Jack, Vandaag pas toegekomen aan het lezen van je laatste overweging. Hartgrondig eens met je gedachten! En… ze gelden beslist niet alleen voor de mensen die in de landbouw of veeteelt werken…. De ergste besmettelijke ziekte van deze tijd lijkt me de ‘geldpest’….. Groetjes!! Toos