Hoe de klok in onze huiskamer in mijn leven is gekomen, betekenis kreeg en een verhaal vertelt dat veel meer zegt dan op het eerste gezicht lijkt…
Niet zomaar een klok uit een erfenis…
Halverwege de jaren zeventig moesten opa en oma van vaderskant naar het verzorgingstehuis. De boedel werd verdeeld onder negen kinderen. Zo kwam de klok van mijn opa en oma in onze boerderij te hangen.
Bij een eerste blik vond ik het als jongen van tien maar gewoon een klok. Niet meer, niet minder… Eerder minder, dan meer. Want ik vond ‘m niet mooi én de veer die het uurwerk gedurende een week zijn werk laat doen moet je steeds weer opdraaien. Een elektrisch uurwerk is toch veel handiger?
Pas toen ik mijn vader vragen ging stellen bij de staat van de klok ging er geleidelijk aan een knop in mij om…
‘Waarom is de wijzerplaat niet mooi egaal?’
‘En het lijkt erop dat het glas in het deurtje niet origineel bij deze klok past, want ik mis de versiering. Hoe zit dat?’
Deze klok heeft de Tweede Wereldoorlog doorstaan. Toen mijn grootouders evacueerden naar Liessel en Sterksel (in de herfst van 1944 een veiliger oord dan ‘vuurlinie’ Neerkant) bleef de klok in de ‘goei’ kamer hangen.
Maar toen opa, oma met de kinderen na meerdere weken oorlogsgeweld terug kwamen hing de klok nog gewoon op zijn plek. Het dak was een zeef, de muren grotendeels verwoest, het vee weg of dood, maar de klok hing nog steeds aan een haakje op een stukje muur. Oma toen: ‘dat komt door het Heilig Hartbeeld!’ – dat naast de klok op een plankje stond en eveneens de oorlog overleefde…
Jack Steeghs