Het schilderij van ons pap op de rouwkaart is zijn werk uit 2006 dat hij in 2011 opnieuw op de schildersezel onder handen neemt. Hij was er niet tevreden over. Hij zou het nooit meer voltooien. Het herseninfarct van ons mam komt tussenbeide. Een onvoltooid – voltooid heden.
Voor wie het gemist heeft (of na wil lezen): bijgevoegd de woorden die ik uitsprak tijdens de uitvaart van mijn vader.
Wie ons pap heeft gekend weet dat hij in de omgang een gemakkelijke en toegankelijke man was. Ruzie met ons pap? Ik zou zeggen: dan ligt het bijna altijd aan de ander, of aan de situatie. Hij kon heel ver gaan in het reiken naar de ander. Ik heb vaak gedacht dat hij te goed was voor deze wereld. Hij speelde geen rol. Het was zijn aard.
Het meest bewonder ik hem om enkele eigenschappen, die ik vooral heb leren kennen in de tijd van de maatschap, waarin mam, pap en ik dagelijks met elkaar optrokken. Ik heb die periode – hoewel niet altijd gemakkelijk – altijd als zeer bijzonder ervaren: welke zoon heeft het voorrecht om als volwassene jarenlang alle dagen met zijn ouders op te trekken?
Hoewel mijn vader gemakkelijk was in de omgang, was hij beslist geen doetje. Eenmaal een standpunt ingenomen, pap bleef erbij. Mijn vader was doorleefd en doordacht. Hij haalde zijn wijsheid niet uit boeken en was ook niet goed in kennis overbrengen. Leren van ons pap betekende voor mij: goed kijken en luisteren, en vervolgens uitproberen. En als er dan iets niet werkte, dat aan hem teruggeven en opnieuw proberen.
Hij heeft eens enkele stallen gebouwd tegen alle adviezen van de deskundigen in. Omdat het bouwbedrijf waar hij zaken mee wilde doen niet betrouwbaar was. Omdat de natuurlijke ventilatie die hij verkoos achterhaald was. Maar hij hield op de werkvloer de vinger strak aan de pols en won kennis in die nodig was. Zo heeft hij eind jaren zestig enkele stallen gezet voor een fractie van het bedrag dat gangbaar was. De gezondheid en de groeikracht van de dieren was er niet minder om. Het verschil tussen beide was winst. Die focus op resultaat en dat ook nog waarmaken, dat is het pure ondernemerschap. Pap was bepaald niet bang voor risico’s.Een ander sterk punt van hem was zijn vermogen om ruimte aan de ander te geven. Hij offerde zich op. Het meest duidelijk werd dat aan het eind van zijn leven, toen hij mijn moeder tot op het einde toe nabij bleef. Zondermeer bewonderenswaardig. Tegelijkertijd bekroop mij regelmatig de vraag: pap, waar blijf jij?
Maar hij wist drommels goed wat hij deed. Op de laatste rit van het ziekenhuis naar huis vertrouwde hij me toe dat hij nergens spijt van heeft. Hij zou alles, alles zo weer overdoen. Het is goed zo. Ik kreeg er toen meteen tranen van in mijn ogen en gaf hem terug: ‘wat wil een mens nog meer, dan zo in vrede met jezelf de cirkel van het leven sluiten?’Ik zal het nooit vergeten.
Op een agrarisch bedrijf opgroeien betekent dat bijna alles gericht is op de voortgang van het bedrijf. Bij mijn ouders lag die focus heel scherp. Onuitgesproken. ‘Dat moet je aanvoelen.’ En vakantie was bij ons nooit aan de orde. Het bedrijf zou en moest altijd doorgaan. Zelfs als de signalen van de wereld om het bedrijf heen vertelden: ‘maak contact met het leven buiten de boerderij, er is meer. En: bedenk, dat de omstandigheden waaronder toekomstige boeren mogen werken en leven momenteel sterk veranderen.’
Vooral daarom, wist ik dat ik mijn ouders verdriet ging doen toen ik een andere toekomst verkoos. Ik zag al vroeg dat de tijden gingen veranderen, op een manier waar ik op dit kleine erf niet mee verder wilde. Mensen verschillen. De kleine wereld van een individueel gezin in de agrarische sector betekent dat niet alles gezegd of gedaan kan worden. De mentaliteit van volharden en risico’s nemen gaat niet altijd gelijk op met het recht doen aan de verschillen die de gezinsgenoten kenmerken. Het werken met dergelijke emoties is nu mijn werk geworden. Dat kan geen toeval zijn.
Ik heb heel veel gesprekken met pap en mam gevoerd over de veranderende tijden. Op een bepaald punt haakte mam af en ging aan het werk. Poetsen. En pap maakte altijd het sprongetje naar de vertrouwde boerenorganisaties. Ik was daarin kritisch en ben mijn eigen weg gegaan. Misschien wel met een vergelijkbare volharding zoals mijn vader me vaak heeft voorgedaan.
Mijn vader en ik, we zijn verschillend, maar wat hebben we veel met elkaar gedaan en gesproken. Het heeft me gebracht tot het punt waar ik nu ben.
Pap – en ik weet zeker dat ik ook voor ons mam spreek: we willen je niet missen en zijn heel verdrietig dat je gaat, maar tegelijkertijd: wat hebben we veel om dankbaar voor te zijn.
Dankjewel en rust zacht.
Jack Steeghs