De lezing van de dag is vandaag de wonderlijke broodvermenigvuldiging volgens Johannes. Een Bijbelverhaal dat kennelijk grote indruk maakte op de eerste christenen want alle evangelisten verhalen erover – Mattheüs zelfs twee keer.
Johannes 6, 1 – 15
In die dagen begaf Jezus zich naar de overkant van het meer van Galilea, bij Tiberias.
Een grote menigte volgde Hem, omdat zij de tekenen zagen die Hij aan de zieken deed.
Jezus ging de berg op en zette zich daar met zijn leerlin¬gen neer. Het was kort voor Pasen, het feest van de Joden.
Toen Jezus zijn ogen opsloeg en zag dat er een grote menigte naar Hem toekwam, vroeg Hij aan Filippus: ‘Hoe moeten wij brood kopen om deze mensen te laten eten?’
Dit zeide Hij om hem op de proef te stellen, want zelf wist Hij wel wat Hij ging doen.
Filippus antwoordde Hem: ‘Wil ieder ook maar een klein stukje krijgen, dan is voor tweehonderd denarien brood nog te weinig.’
Een van zijn leerlingen, Andreas, de broer van Simon Petrus, merkte op:
‘Er is hier wel een jongen met vijf gerstebroden en twee vissen, maar wat betekent dat voor zo’n aantal?’
Jezus echter zei: ‘Laat de mensen gaan zitten.’ Er was daar namelijk veel gras. Zij gingen dan zitten; het aantal mannen bedroeg ongeveer vijfduizend.
Toen nam Jezus de broden en na het dankgebed gesproken te hebben, liet Hij ze uitdelen onder de mensen die daar zaten, alsmede de vissen, zoveel men maar wilde.
Toen ze verzadigd waren zei Hij tot zijn leerlingen: ‘Haalt nu de overgebleven brokken op om niets verloren te laten gaan.’
Zij haalden ze op en vulden van de vijf gerstebroden twaalf manden met brokken, welke door de mensen na het eten overgelaten waren.
Toen de mensen het teken zagen dat Hij gedaan had, zeiden ze: ‘Dit is stellig de profeet die in de wereld moet komen.’ Daar Jezus begreep, dat zij zich van Hem meester wilden maken om Hem mee te voeren en tot koning uit te roepen, trok Hij zich weer in het gebergte terug, geheel alleen.
Denk niet te klein over wat je zelf kunt
Als je de wonderlijke broodvermenigvuldiging leest als alleen maar een verhaal met een rijke verbeeldingskracht dan ontgaat je de rijkdom van de heilsgeschiedenis die Johannes wil uitdrukken… Oftewel: wie niet begint met betrokkenheid en niet vanuit nieuwsgierigheid naar verhalen kan luisteren, die ontgaat veel kennis van vroegere generaties.
Ik spreek regelmatig ouderen en het valt me gewoonweg op hoe makkelijk hun verhalen passen in de heilsgeschiedenis. Hoe makkelijk zij direct verstaan wat bedoeld wordt. Ouderen hebben afstand genomen van een prestatiegerichte werkcultuur en durven gemakkelijker dan jongere generaties onderstaande inzichten te delen:
Hoe vaak zeggen we – zeg ik – dat een taak die op ons bordje ligt niet bij ons hoort?
Hoe vaak denken we per direct zó specifiek dat ons de grote lijn compleet ontgaat?
Hoe vaak doen we alsof we het wel weten en luisteren we niet en kijken we niet naar wat zich voor onze neus aandient?
Hoe vaak denken we dat we het wel weten en boven de realiteit staan?
Hoe vaak blijven we volharden dat alles te beredeneren valt en dat we niets over hoeven te laten aan ‘het mysterie van het leven’ – God?
Brood is het teken van Gods grenzeloze zorg voor mensen. Er is altijd genoeg voor iedereen, mits je je zintuigen gebruikt en sturend laat zijn bij alles wat je doet. In niet-Westerse culturen is dat besef gemakkelijker aanwezig:
God, U bent onze schepper
Laat de regen stromen uit uw wolken
zodat uw kinderen leven vinden.
Geef ons leven alstublieft
want zwak en klein zijn wij.
We hebben honger, we lijden dorst.
Het veld verdort, de boom staat schraal.
God, bent U nog onze vader,
de vader van onze vaderen,
de vader van uw kinderen?
Wanneer kunnen wij U loven,
weer zingen en dansen,
want een vader geeft zijn kinderen te eten,
hij laat ze drinken in honderdvoud.
(Uit: ‘Laat dan de regen stromen’ – een gebed van het Ngoni-volk, uit ‘Bidden met de armen’ van Jan Brock)
(Foto: pixabay)
Jack Steeghs