Leren van het verleden: terug naar vroeger?

Welke veehouder wil terug naar het oude gemengde bedrijf? Wie wil terug naar 1967?

Als er het zoveelste plan komt om de veedichtheid op het Nederlandse platteland een halt toe te roepen, knagen er in mijn achterhoofd altijd vragen die reiken naar vroeger. Niet als burger, maar als ex-boer die zich kan herinneren hoe het toen was.

De kleinschalige gemengde bedrijven van voor 1968 betekenden voor de meeste boeren: hard werken, weinig inkomsten, lange dagen, weinig toekomen aan jezelf, weinig luxe, et cetera… Het was de tijd dat banken voorzichtig waren met het verstrekken van leningen. Ik heb het als peuter/kleuter meegekregen. Het is nu bijna niet meer voor te stellen, maar de levensstandaard was een halve eeuw geleden veel soberder dan nu. Vooral voor boeren.

Met de eind jaren zestig opkomende intensieve manier van vee houden groeide er een groot zelfvertrouwen in enkele regio’s. Zeker in Zuidoost Brabant. Aangezwengeld door vertrouwde coöperaties (banken, slachterijen, voerfirma’s) werd boeren een manier van leven waar je een goed belegde boterham mee kon verdienen. En tegelijkertijd werkte je aan je ondernemersvaardigheden. Uniek! Elke paar jaar een stal erbij. Nooit eerder kon een zo grote groep agrarische eenmanszaken meeprofiteren van het optimisme dat de ‘coöperatief aangezwengelde maakbaarheid’ met zich meebracht. Alle partijen hadden er baat bij. Deze omslag van denken en handelen betekende ook een afrekening met het oude gezegde, dat de boer die aan het begin van ‘ons voedsel’ staat het kind van de rekening is. Er kwam invloed op de markt, er kwam een redelijke en soms uitstekende prijs per af te leveren kilogram melk, kalf, kip of varken. Specialisatie en schaalvergroting = leve de vooruitgang!

Wie dit ziet en weet welk optimisme we als samenleving uit de jaren zestig meenamen, en wie weet hoe ‘beroepsgroepdynamica’ werkt, die snapt dat dit ‘vliegwiel’ niet zomaar gestopt kan worden. Zeker niet als groeiende economische belangen van duizenden onafhankelijke partijen meespelen. Wie dit ziet die snapt dat de omvorming van dergelijke processen minstens een hele generatie duurt en tegelijkertijd heel veel geld kost. Wie dit ziet die snapt dat oplossingen uit de samenleving die direct in de portemonnee van boeren grijpen onmiddellijk in het verkeerde keelgat schieten.

En wie dan roept dat we nu leven in 2017, met allerlei gegroeide inzichten die zeggen dat we terug moeten naar kleinschaligheid…
Wie dan roept dat het boerenvak een vrije keuze is waarmee je ooit bent begonnen en waarmee je dus ook kunt breken…
Wie dat allemaal roept blijft hangen in het eigen gelijk. Die ziet niet dat de destijds opkomende ‘agrarische industrie’ een ongelofelijk grote factor is geweest bij de realisatie van de huidige economie op het platteland. Met álle kansen voor een mooie toekomst.

Jack Steeghs

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s