Twee verzen uit psalm 46 zetten mij in de stroom van het leven…
Psalm 46, 5 – 6
Een rivier, wijd vertakt, verblijdt de stad van God,
de heilige woning van de Allerhoogste.
Met God in haar midden stort zij niet in,
vroeg in de morgen komt God haar te hulp.
Een rivier die van grote hoofdstromen tot aan de kleinste watertjes vertakt als de bloedstromen in het menselijk lichaam. Nodig om leven op aarde mogelijk te maken. Dit prachtige beeld doet mij denken aan de noodzaak dat de levensstroom beweegt. Ik denk aan wat ik eerder over de schepping en de tempelstroom heb geschreven.
De zekerheid dat verandering de enige zekerheid is, vanuit het besef dat er niet alleen veelheid is maar ook eenheid (die ik ‘God’ noem). Dus toch twee zekerheden, waarmee een mens goed kan leven.
De ochtend staat in de Bijbel altijd symbool voor iets nieuws (leven), na de chaos die de nacht met zich meebrengt (dood). De oren mogen gespitst worden. De nieuwe dag die aanbreekt kent niet meer de zorgen van gisteren. Daar mag een mens op vertrouwen. Nodig is overgave aan al het nieuwe dat zich aandient. Makkelijk gezegd. Vaak moeilijk gedaan.
Jack Steeghs