Geloof jij in een maakbare samenleving?

Geloof jij in een maakbare samenleving? Dat is een vraag die we tegenwoordig alleen nog in kerken horen klinken. Uit mijn overweging van vorig weekend…

Een ongelofelijke gebeurtenis. Een ongeneeslijk ziek meisje wordt bij Jezus gebracht en komt uiteindelijk opnieuw tot leven. Het wonderverhaal van de genezing van de dochter van Jaïrus leest als een sprookje, maar dat is het niet. De verhalen die de evangelisten in de eerste eeuw na Christus optekenden zijn geloofsverhalen in een heilshistorische jas. De evangeliën zijn niet zomaar geschiedenisverhalen, zoals de heemkundekring ze optekent voor het nageslacht. Zoals Lou de Jong het koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog in 25 jaar tijd bij elkaar schreef. Imponerend, maar van een andere orde.

Geloven is een aparte manier van kijken en luisteren. Een bijzondere manier van in het leven staan. Daar waar de generatie van mijn ouders nog het een en ander meekreeg wordt dat voor jongere generaties steeds moeilijker. Geloven lijkt tegenwoordig opgesloten in het kerkelijk milieu. En daar ben ik niet blij mee.
Vanwege het grote gevaar dat geloofskennis bijna geen kans meer krijgt om geleerd te worden. Onze hele leefwereld wordt meer en meer geleefd en bekeken met een wetenschappelijke bril op de neus, waarbij een uiteindelijk perspectief wordt ingenomen. Niet alleen maakbaar, maar ook nog eens vanuit een houding die het laatste woord opeist.

Waarom zouden wij God nodig hebben? Sinds Neil Armstrong bijna 50 jaar geleden als eerste mens voet op de maan zette kunnen wij toch bijna alles? Is het niet vandaag, dan wordt er morgen een medicijn gevonden tegen die ene zeldzame vorm van kanker. En het moment dat de zelfrijdende auto geen ongelukken meer veroorzaakt is ook een kwestie van tijd.
Maar de godgeleerde zal blijven zeggen: en toch. En toch hebben de natuurwetenschappen nooit het laatste woord. Natuurwetenschappen hebben een heel belangrijke rol, geen misverstand daarover. Maar ze gaan niet over het leven in een perspectief van uiteindelijkheid. Leven alsof het je laatste dag op aarde is, betekent leven met betekenis en zin als sturend principe in al jouw doen en laten. Dat is geloven. Geloven is niet minder zeker of hard vergeleken met een wiskundige formule. Vergelijken is zinloos. De natuurwetenschappen en de geesteswetenschappen vertegenwoordigen verschillende manieren om kennis te verwerven, je moet ze niet tegen elkaar uit spelen.

Terug naar de dochter van Jaïrus. De synagogenbestuurder die door de knieën gaat bij het zien van Jezus is niet alleen een vooraanstaande. Hij komt zelfs uit het kamp van criticasters van Jezus. De Bijbel staat vol met voorbeelden van mensen die opstaan in geloven door goed te kijken. Ineens, páts, is daar het inzicht dat zomaar gegeven wordt. Ik noem dat inzicht vaak heilige Geest. Omdat in het zien van het heil dat van Godswege komt het uiteindelijke leven schuilt. Vaak kortstondig. Maar daarom niet minder werkzaam.

Er staat geschreven: ‘Toen hij Hem zag viel hij hem te voet’. Dat is het. Je laten sturen door de goede wenken. Want, zo lazen we in de eerste lezing: ‘God heeft de mens geschapen voor de onsterfelijkheid.’ Ook hier geldt: wel je natuurwetenschappelijke bril afzetten. Want natuurlijk gaat een mens dood als het lichaam op is. Dit stukje tekst uit de Wijsheidsliteratuur wil zeggen dat God de mens geschapen heeft met het oog op uiteindelijk leven. God is niet een God van doden, de God die we belijden is een God van levenden.

(Bronnen: Wijsheid 1, 13 – 15; 2, 23 – 24; Marcus 5, 21 – 24.35b – 43)

(Foto: visual hunt, Peter Gorges)

Jack Steeghs

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s