Bekering

In de weekendvieringen van bijna twee weken geleden preekte ik over een beladen woord: bekering. Wie wil er nog bekeerd worden vandaag?

Oude teksten, ze zijn niet zomaar toegankelijk. Ik krijg het vaak te horen en snap het wel. Vooral het Oude Testament heeft een hele lange ontstaansgeschiedenis, kent vele totaal verschillende genres, en is geschreven in een taal die niet zomaar beklijft. Dat is en blijft onze handicap, nu zoveel eeuwen nadat de canon van goedkeurde teksten is gesloten.
Maar vanuit die canon aan overgeleverde teksten spreekt God ons nu aan.
Het christelijk geloof heeft een boodschap van alle tijden en plaatsen en vraagt erom voorgeleefd te worden. Met dat perspectief voor ogen haal ik twee elementen uit de eerste lezing:
– Het eerste is ‘de Heer die afdaalt.’ Oftewel: een God die bekommerd is om mensen en niet ver weg blijft, deze God komt naar de mensen.
– Het tweede is de democratische laag in deze lezing. Mozes kan het alleen niet meer aan. In Numeri 11 wordt het Mozes te machtig om in zijn eentje het hele volk van God te leiden. God heeft weliswaar de Geest op hem gelegd, maar het eenhoofdig leiderschap wordt hem teveel. Op Gods voorstel zoekt hij er 70 leiders bij. Allen krijgen een deel van de Geest die op Mozes rustte. Er ontstaat gedeeld leiderschap vanuit één en dezelfde Geest. Er ontstaat meer democratie.

Twee van de 70 gaan echter op eigen houtje profeteren. Een goede bekende van Mozes ziet dat als verstoring van de hiërarchie, maar Mozes wil niet ingrijpen. Mozes is blij dát mensen in Godsnaam spreken. Hij zou willen dat heel het volk dat ging doen!

In het Marcusevangelie horen we dezelfde bezorgde vragen: Johannes, leerling van het eerste uur, ergert zich eraan dat iemand van buiten de kring van Jezus demonen uitdrijft. Jezus echter is ruimhartig en zegt treffend: ‘wie niet tegen ons is is voor ons.’
Jezus claimt geen alleenrecht op het verstaan van God in zijn tijd. Jezus is niet van het afbakenen van bevoegdheden. Het enige dat Jezus aan het hart gaat is dat wij léven, dat wij in het verhaal van God-met-ons gaan staan.

Tijdens de voorbereiding van deze overweging moest ik denken aan het boek dat opbouwwerker Herman Agterhoek eerder dit jaar schreef. Het boek heet: ‘De tijd kantelt – voor wie erin gelooft.’
Agterhoek wil aan geloofsgemeenschappen van nu de volgende les meegeven: ‘als je er in jouw geloofsgemeenschap de mensen voor hebt, is er maar één weg die toekomstgericht is: uit het gebouw de wereld in. Richt je op de wereld die bij het kerkgebouw begint, ga op stap met elkaar, maak contact met mensen die je niet zomaar kent, verwonder je bij al datgene wat je aantreft en neem nieuwe initiatieven met elkaar.’

De weg die Agterhoek in zijn boek beschrijft betekent voor ons allemaal een bekering in drie stappen:
– De bekering van medewerker zijn naar mededrager zijn.
– De bekering van een gerichtheid als verlengstuk van de pastor, naar een gerichtheid om de roeping vanuit jouw eigen doop waar te maken.
– De bekering van een interne gerichtheid op de geloofsgemeenschap en de organisatie, naar een gerichtheid op de wereld: getuigen van christus.

Ja, u hoort het goed: bekering. Wij, ook ik, mogen bekeerd worden. In al onze verscheidenheid en bescheidenheid mogen wij ons openstellen voor Gods roepstem. Wij mogen al doende of in gesprek ontdekken wat wij hier en nu horen, zien en op willen pakken.

Exact dezelfde beweging wordt in de lezingen van vandaag gemaakt. Toen en nu: er is werk aan de winkel. Geloven is nooit een eenmanszaak maar veelmeer een coöperatie van God en mensen. Wie hierover wil doorpraten: spreek me aan. Na de viering. Of bel of mail me. Daar ben ik voor. Alvast bedankt.

(Bronnen: Numeri 11, 25 – 29; Marcus 9, 38 – 43.45.47 – 48)

(Foto: visual hunt, vschoenpos)

Jack Steeghs

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s