Boerenpastoraat: levenslessen (9) – het buurtschap

Twee jaar geleden overleed ons pap. Vorig jaar werd gaandeweg duidelijk dat ons mam niet meer naar huis kan komen en de jaren die voor haar liggen mag verblijven in een woon- zorgcentrum. ‘Dat zijn best veel veranderingen in korte tijd’, bedenk ik als enig kind, die vele jaren met hen leefde en werkte… Een blogserie over levenslessen van vroeger voor NU (9).

Een boerenbedrijf staat nooit op zichzelf. Naast het gezin spreken er vaak familieleden mee, maar altijd verhoudt het gezinsbedrijf zich met het buurtschap waarin alle leven en werken gebeurt. Tegenwoordig verlopen contacten zakelijker, steeds meer volgens afspraken en procedures. Vroeger meer volgens gebruiken die al generaties lang op de werkvloer worden overgedragen. Dat gaat vanaf de zestiger jaren geleidelijk aan veranderen. De wereld wordt langzaamaan groter (meer mogelijkheden en kansen) én kleiner (meer ieder voor zich)…

Een wereld van verschil: van arbeid die gebeurt tot arbeid die geregeld moet worden

Korter kan ik het niet zeggen: in mijn prille jaren zie ik dat alle werk gewoonweg gebeurt. Overzichtelijk. Als er vee uitbreekt wordt niet alleen de eigenaar gewaarschuwd, er wordt ook meteen – met wie er maar voorhanden is – geprobeerd het vee te begeleiden naar de wei van herkomst. Maar ook als een boer ziek is gaat het dagelijkse verzorgingswerk gewoon door. Soms maandenlang. Daar hoeft vaak niets voor geregeld te worden. Altijd staan er per direct voldoende beschikbare handen paraat.

Vanuit mijn herinnering weet ik niet beter dat als er gras afligt en de weersvoorspellingen een ongewenste weersomslag aankondigen, dat er vanzelf allerlei hulp op de akker komt: meerdere trekkers met platte wagens en vooral vele helpende handen, om eerst de balen te laden en een tijdje later op de hooizolder te stapelen. Bij dit soort burenhulp komt geen cent kijken, vaak is er een wederdienst. Zo doet pap vanuit zijn achtergrond het nodige aan behang- en schilderwerk. Buurtgenoten volgen en kennen elkaar, ze zien elkaar vrijwel dagelijks aan het werk en tussen de bedrijven door. Vertrouwd.

Ik wil op deze plaats niet idealiseren. Sommige buurtgenoten liggen elkaar minder goed en kunnen elkaar niet echt ontlopen, er wordt vaak gesproken met en óver iedereen – altijd fijn om meteen te weten als een buurtgenoot ziek is, werk zoekt, gaat trouwen, of het bedrijf op- of afbouwt, maar soms is het achterklap, speelt er jaloezie…

Wat in mijn herinnering blijft: door het besef van een gedeeld perspectief blijft er in een buurtschap altijd iets van een orde overeind die behoed wil worden. Een zelfstandige plattelandssamenleving die goed in staat is om de eigen boontjes te zaaien en doppen. Waardevol.

Met de ruilverkaveling van de Astense Aa, aan het begin van de jaren zestig, komt er een zichtbare beweging richting een veelbelovende nieuwe tijd op gang. De wereld wordt groter. Niet alleen worden de landbouwpercelen groter en wordt de landbouwgrond rondom de natuurgebieden beter afgewaterd, ook komt de intensieve veehouderij goed op gang – een geschenk voor de arme en droge zandgronden, die tot op dat moment op geen enkele manier kunnen concurreren met de meer vruchtbare gebieden.

Maar de nieuwe, meer op afstand ontworpen, economische perspectieven maken álles anders. Ook het leven in het buurtschap. Het leven voltrekt zich gaandeweg meer als ieder voor zich. Geleidelijk aan vertoont de arbeidsfilm op elk boerenbedrijf een realiteit waarbij beschikbare burenhulp steeds meer overbodig wordt… Wat blijft, dat zijn de meer enkelvoudige en eenvoudige taken die door bijna iedereen gedaan kunnen worden: een buurkind naar school brengen of van school halen, meehelpen met een herstelklus bij een buur die een paar extra handen nodig heeft, iets van de boerenbond meenemen voor een buur…

Maar ook van binnenuit het buurtschap raakt gewone burenhulp uit de gratie. Vooral door individualisering en emancipatie, in samenhang met de krimp van het aantal boerenbedrijven – sommige buurtgenoten zoeken hun heil elders. De arbeidstaken op een gemiddeld boerenerf worden voortaan op een veel grotere schaal voorgesorteerd, worden steeds meer specialistisch, technisch en vooral zakelijk geformaliseerd. Landbouw wordt ontdekt als verdienmodel.

Arbeid die gebeurt of arbeid die geregeld moet worden?

Het is ook een kwestie van voorkeur: waar de een beter gedijt bij de charme van gemoedelijkheid, overzicht, onverwachte burenhulp en daarna eindeloos bijkletsen, daar heeft de ander meer op met meer afgegrensde verworvenheden die nieuwe economische kansen bieden.

Tegenwoordig lijkt het erop alsof we schatten uit het verleden opnieuw gaan zien. We mogen het verleden als het ware opnieuw uitvinden. Om met Boer Bos te spreken: ‘vooruit naar vroeger’.

(Foto: prent uit boek ‘600 jaar onderweg naar Neerkant’)

Jack Steeghs

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s