
De lezingen van afgelopen weekend behandelden tijdloze thema’s. Over vertrouwen, over wachten en verwachten. Over rechtvaardigheid en barmhartigheid. Over beproefd worden en een nodige bodem onder je bestaan. Over identiteit en persoonlijkheid. Over het je openstellen voor het leven en elkaar. Onderstaand de bijbehorende overweging.
Wachten. Tegen de tijdgeest in het moment. Dit wachten is het leven uithouden. Al helemaal als je dagelijkse gang van zaken geestelijk en lichamelijk zwaar aanvoelt. Als het leven zwaar valt, omdat de situatie waarin je zit niet gewenst is, niet datgene waar je voor leeft, waar je op hoopt. Als je je persoonlijke levenssituatie niet toe kunt wensen aan ieder ander in je omgeving… Hoe houd je wachten vol als alles om je heen duister is en schreeuwt om oplossingen die nú mogen komen? De vorm van wachten waartoe in de Schrift wordt opgeroepen is geen wachten zoals in de wachtkamer, bij de kapper of de huisarts. Bijbels wachten is geen verveling die vraagt om je mobieltje erbij te nemen, om de tijd die wacht te kunnen doden. Dat laatste lijkt me bijna altijd onverstandig: tijd doden is zonde van de tijd. Tijd kun je benutten of verspillen – waarbij aangetekend dat tijd ook een leeftijdsdingetje is. Tijd verspillen hoort zeker bij kinderen en jongeren. Het ontdekken van het leven vraagt om uitproberen, experimenteren en aanrommelen. Pas achteraf kun je dan zeggen wat de waarde ervan is geweest. Tijdsbesteding hoeft niet altijd efficiënt te zijn. Tijd is altijd levende tijd. Leef-tijd. Bijbels wachten is verwachten. Verwachten is tijd nemen voor de geheimen van het leven dat zich voor jouw ogen aandient. Verwachten veronderstelt weten wie je bent, waartoe je leeft, waartoe je behoort. Daarom ook laten we in het leertraject Apostelen 2.0 kinderen en ouders zelf ontdekken, dat verbanden belangrijk zijn: je naam, het gezin waarin je opgroeit, de familie waar je bij hoort, de hobby’s die je hebt, het dorp of de stad waar je woont, de cultuur die je leeft en de nationaliteit die je hebt. Alle verbanden waar je direct of indirect mee verwant bent doen ertoe. Wie als kind teveel kennis mist van de eigen identiteit loopt als volwassene al snel verloren rond. Wie zonder bodem door het leven gaat ondervindt tegenwoordig vrij gemakkelijk schade in onze op zelfstandigen ingerichte maatschappij. Waar haal je motivatie vandaan als de basale verbanden missen?
In de eerste lezing wordt het volk van God beproefd door een barbaars volk. De macht van de Babyloniërs wordt steeds dreigender en sterker, ook voor Gods volk. De profeet Habakuk ziet in deze naderende en onafwendbare dreiging een straf van God voor de misstanden binnen Gods volk: er zijn ruzies en conflicten, de slechte stemmen voeren het hoogste woord en de wet wordt niet gerespecteerd. In gesprek met God vraagt Habakuk zich af: Hoe kan een God die rechtvaardig is en heilig, hoe kan die God kwaad met kwaad vergelden? Dat past niet bij elkaar. God antwoordt in de verwachting dat zijn mensen doen wat nodig is en laten wat buiten hun bereik ligt. Het leven is een geschenk waarbij de rol van mensen is om rechtvaardig te leven en daarvoor de tijd te nemen. In het evangelie volgens Lucas wordt het sociale hart in mensen aangesproken. Omdat mensen zo in elkaar zitten dat ze op zijn tijd graag met anderen optrekken. De oudtestamentische rechtvaardigheidsgedachte wordt door Lucas voltooid door barmhartigheid. God is niet alleen rechtvaardig, Hij is begaan met mensen, vooral met diegenen die niet zomaar meekomen. Mensen delen als het ware in de scheppingskracht van God en, je zou kunnen zeggen, dat ze op de zesde scheppingsdag worden bekroond met een geweten. Daarom lezen we in het Lucasevangelie meerdere praktijksituaties waarbij de lezer voor het blok wordt gezet en de vraag krijgt: wat zou jij doen? Daarom neemt de evangelist geen genoegen met een wereldbeeld waarin God tekort wordt gedaan door je als een slaaf te gedragen, of door je onafhankelijk op te stellen van alles wat ertoe doet.
Bij Lucas draait alles om betrokkenheid, om sociale gerechtigheid. Het leven draait om mensen in samenhang met Gods schepping. Het leven draait om wat mensen doen en om wat ze soms beter kunnen laten. In de verwachting dat het God is die het kwade ten goede zal keren en het leven voltooit. Het visioen van de rechtvaardige God wordt gecomplementeerd door barmhartigheid. Door de liefde van God en Zijn verbond met mensen hoeft niemand verloren te lopen en eren we een visioen dat een bodem legt onder ieders bestaan.
(Bronnen: Habakuk 1, Lucas 17)
(foto: visual hunt, Kitty Terwolbeck)
Jack Steeghs
Die lezing bewaar ik, Jack! En ik heb ook al een paar gegadigden op het oog die ik hem doorstuur. Of, als dat teveel of te direct zou zijn, mogelijk op een goed moment ter sprake kan brengen… Dank! En veel uithoudingsvermogen wens ik je toe!
Toos