
Afgelopen weekend is de voorbereidingstijd op Kerstmis begonnen: Advent. Onderstaand de overweging van afgelopen zondag, gehouden in de Antonius Abt te Wijchen.
Het is vandaag de eerste Advent. Een belangrijke periode. Samen met de Vastentijd is de Advent een van de meest voedende periodes in een op God gericht leven omdat ze jou en mij voorbereidt op de drie belangrijkste geloofsfeesten: eerst Kerstmis, daarna Pasen en Pinksteren. Daarom wordt in de voorbereiding op die drie grote feesten op scherp gezet waar het in het leven om gaat. Nee, het leven draait niet om jou of om mij. Leven draait om jou én mij in relatie tot elkaar en – in het perspectief van geloof – tot God. Uitkijken naar het Kerstfeest vraagt daarom allereerst om hoop, een uitkijken naar… Uitkijken naar verlichting, perspectief, verbetering, beter tot je recht komen… Ieder jaar weer. Hoop is een ongelofelijke kracht voor wie middenin het leven staat en tegelijkertijd… een onwenselijke realiteit met open armen kan ontvangen. Daarom zie je de kracht van hoop pas onder druk – niet zo gemakkelijk als je leven soepeltjes voortkabbelt… Zou het daarom zijn, dat velen onder ons mét de toegenomen welvaart en de afnemende betrokkenheid bij kerk en geloof meer dan ooit op zichzelf worden teruggeworpen? Zou het daarom zijn, dat de massieve ‘eenvormigheid’ van vroeger al gauw als verstoft en uit de tijd aanvoelt en we daarom het leven maar liever zelf uitzoeken? Dat we het gezamenlijke niet meer zo nodig denken te hebben?
Als de Advent begint lijkt Kerstmis nog ver. Als het donkerder en donkerder wordt en het toegezegde licht nog niet waarneembaar dan is het de hoop in jou die je gaande houdt. En die hoop heeft voeding nodig. Gezamenlijke voeding die persoonlijk wordt verwerkt. Hoop heeft een vredesvisioen nodig. Zoals in de eerste lezing zo prachtig aangereikt vanuit de profeet Jesaja: ‘zwaarden omsmeden tot ploegijzers en speren tot snoeimessen’. In het evangelie volgens Mattheus maant Jezus zijn leerlingen tot waakzaamheid – naast hoop is waakzaamheid nog zo’n typisch woord voor in de Advent. Waakzaam zijn betekent: je levensweg richten op de enige ware weg die leven geeft. Een doorleefde weg. Zo’n weg haal je nooit uit een doe-het-zelf boekje en kan niet anders dan aangereikt worden vanuit eerdere generaties, in relatie tot onze huidige tijd en in relatie tot God. Het geboorteverhaal van Jezus is daarom geen geschiedenisverhaal maar een heilsgeschiedenisverhaal – een blijvende komst van God die mensen vraagt om bijsturing van mijn en uw leven. ‘Bekering’ is in gewone mensentaal daarom niets anders dan je leven bijstellen en richten op de heilsgeschiedenis – een persoonlijke samenspraak van vroeger, nu en straks. En als we nu dan uitkijken naar Kerstmis, als we zijn begonnen aan de voorbereidingstijd op een groot feest, dan is de beste tijd om je te bekeren: nú!
Hoewel geloofstaal al snel de neiging heeft om ‘moreel’ verstaan te worden hoeft dat niet zo scherp. Geloofsperspectief = uiteindelijk perspectief, een richtpunt aan het einde der tijden, ver weg in de tijd – helemaal ginds, aan de horizon. Het geloofsperspectief is altijd een ideaalbeeld van samenleven. Een beeld dat vaak ver weg van de realiteit lijkt te liggen. Geen mens haalt dat ideaalbeeld volkomen, maar kan er wel naar streven. Dat streven is verstandig omdat je er meer mens van wordt. Dat ideaalbeeld van leven, helemaal ginds aan de horizon, vraagt er dus om regelmatig naderbij gehaald te worden, om het in gesprek te brengen met mijn en uw leven vandaag de dag. Daarmee alsmaar blijven wachten is zinloos uitstelgedrag. En al helemaal in de Advent, als we geleidelijk aan toegroeien naar de geboorte van het licht in de wereld.
Veel moeite heb ik vandaag met het scherpe onderscheid dat Mattheüs maakt in de beschreven menselijke relaties: ‘zo zal het gaan bij de komst van de Mensenzoon. Dan zullen er twee op de akker zijn: de een wordt meegenomen, de ander achtergelaten; twee vrouwen zullen met de molen aan het malen zijn: de een wordt meegenomen, de andere achtergelaten.’
Wat moet ik hiermee in hemelsnaam? Ik heb hier als mens in onze heel andere tijd moeite met het beeld van het waakzaam zijn, omdat het in dit stukje Bijbel leidt tot het verscheuren van een relatie… door de komst van de Heer. Ho even. Nu zie ik het. Precies vanwége ‘de komst van de Heer’ – als reden om waakzaam te zijn – wordt een allesbepalend onderscheid gemaakt. Weet dat er, ten tijde dat Mattheüs zijn evangelie schreef, een kloof groeide tussen joden en christenen. Omdat Jezus volop joods bleef maar er vanuit zijn levenswandel een nieuwe godsdienst ontstond, kwamen er allerlei ingewikkelde kwesties in gesprek. Voor dit moment is het voldoende te beseffen dat het eeuwen duurde voordat er een nieuwe balans werd gevonden. Daarom schreef Mattheüs aan het eind van de eerste eeuw een evangelie waarin christenen als betere joden worden neergezet. Een evangelie dus boordevol scherpe tegenstellingen.
Advent is leven in de verwachting van wat komen gaat. Hopen… Uitkijken naar… Je huis klaarmaken, je leven op orde brengen. Persoonlijk en met elkaar doen wat gedaan kan worden – doen vanuit een van God uit aangereikt perspectief. Niemand hoeft verloren te lopen en niemand hoeft tekort te worden gedaan.
(Bronnen: Jesaja 2, Mattheus 24)
(Foto: visual hunt, Florian Seiffert)
Jack Steeghs
Mooie overweging, Jack!
Mooie overweging, Jack!