Als het over landbouw en platteland gaat klinkt het economische taalveld en worden vaak grote vergezichten geschetst. Binnen die vergezichten is niet zomaar plaats voor specifieke individuele situaties, waarvandaan alle organisatie ooit is opgezet. Een bizarre moderniseringsparadox. Daar kunnen we wat aan doen.
De huidige grote coöperaties hebben de wind mee waar het gaat om hun (merk)naam in het veld, maar ze hebben de wind tegen daar waar het gaat om het dichtbij de vragen verblijven waar het om gaat. Dat laat een doelgerichte economie namelijk niet (meer) toe. Hooguit in sociale uitjes die de meeste coöperaties van weleer gelukkig nog steeds koesteren. Maar deze zie ik als een kanttekening bij de hoofdstroom. De levensvragen van individuele boeren en tuinders in hun omgeving komen niet zomaar in verbinding met de grote economische uitdagingen. Een ingewikkelde paradox waar landbouwcoöperaties de laatste decennia steeds meer mee te maken hebben en waar boeren en tuinders meer en meer alleen voor staan.
In mijn vak heb ik geleerd dat geen mens een levensbeschouwing – want daar heb ik het over – helemaal zelfstandig in elkaar kan netwerken. En al helemaal niet in een zo sterk door profit gerichte wereld zoals de agrarische sector geworden is. Levensbeschouwing, bezig zijn met de trage vragen van jouw leven en werken, is een specifiek aandachtsgebied en een vak. Geen privézaak. Ik heb een collega wel eens ‘professioneel koffiedrinken’ horen zeggen.
Economische vergezichten zijn ongelofelijk belangrijk en nodig, maar laat dan tegelijkertijd de aandacht voor de menselijke maat in het dagelijkse leven en werken mee opkomen. Niet als toevalstreffer maar ingebed met een sturende opdracht. Het is nodig. Het is goed. Het kan. Het werkt corrigerend op de al te gekke bokkensprongen die de economie als uitwerking kan hebben op individuele situaties van werken en leven.
Daarom boerenpastoraat.
Jack Steeghs