Onlangs werd ik door de Sociale Alliantie gevraagd om een artikel te schrijven over armoede, boeren en voedsel(productie). Voor wie het gemist heeft: drie weken geleden het eerste deel, vorige week het tweede deel en vandaag het derde deel.
Begeleiding die voorhanden is
Als het agrarische bestaan sociaaleconomisch zo breekbaar is en deze realiteit is bekend bij de organisaties, welke hulptroepen zijn er dan voorhanden?
In de gangbare landbouw roepen boeren steeds vaker hulp in vanuit mediation en coaching. Als het gaat om de mens achter de boer wijzen organisaties bijna altijd naar dergelijke zakenpartners. Zij worden preventief ingehuurd bij conflicten of komen op aanvraag omdat een boer wil werken aan zijn/haar ondernemersvaardigheden. Soms worden gezinsleden daarbij betrokken. Goed werk.
Maar het belangrijkste probleem waar ik tegenaan loop is dat deze gangbare mensgerichte dienstverlening in de agrarische sector vooral de kapitaalkrachtige en zelfbewuste agrarische ondernemers bereikt. En de reguliere LTO bereikt alleen eigen leden – grofweg de helft van de boeren is helemaal niet georganiseerd! Er is niemand die opkomt voor hen die in deze harde agrarische ondernemerswereld tussen de wal en het schip dreigen te vallen. Oftewel: het ligt helemaal aan het privénetwerk van de betreffende boer hoe alleen hij/zij er sociaal voor staat.
Begeleiding die nodig is
Omdat boeren vaak kwetsbaar worden gemaakt is er een netwerk van betrokkenheid nodig. Om dit concreet te kunnen maken zijn initiatieven nodig. Plaatselijk maatwerk. Het beste werken informele netwerken die de vinger aan de pols houden. Ik denk dan in eerste instantie aan kerken. Kerken kunnen vanuit hun oorsprong en aard die rol vervullen. Met een voorkeursoptie voor allen die geen stem hebben. Daarom is mijn energie de laatste tijd gericht op het vanuit kerken richten van de betrokkenheid die voorhanden is, op een zodanige wijze dat de drempel voor de eventuele hulpvraag zo laag mogelijk komt te liggen. Maar ook andere maatschappelijke organisaties of netwerken kunnen deze betrokken rol prima vervullen.
Meer doen?
Wie vanuit een parochie, protestantse gemeente, oecumenisch of vanuit een seculiere groepering aan de slag wil met de omringende agrarische omgeving: ik kom graag met jou of jullie werkgroep in gesprek. Om de aandacht waar te maken die nodig en voorhanden is. Het kan gewoon.
En die miljonairs?
Ik begon dit artikel met de miljonairs onder de boeren. Hoe zit dat dan? De miljonairs onder de boeren zitten vooral in de grote bedrijven met – en nu komt het – veel grond in eigendom. Enkele tientallen hectares goede grond vertegenwoordigen al gauw een waarde van miljoenen euro’s. Maar dat is kapitaal dat je niet los kunt zien van het bedrijf. De meeste miljonairs onder de boeren zijn dus net zo statistisch als de armen. Boeren die ik gesproken heb zeggen allemaal hetzelfde: ‘geen boer is boer om miljonair te zijn’. De drijfveer is een andere: vanuit een zekere vrijheid veel verantwoordelijkheid dragen om veilig en verantwoord voedsel voor ons allemaal te produceren.
Zonder boeren geen eten
Zonder boeren geen voedsel op ons bord. En zonder een gezonde landbouw in ons land doen we niet alleen onszelf tekort, maar ook de boeren en de schepping waar we alles aan te danken hebben. Of, om het meer politiek te zeggen: duurzaam doen is niet alleen gerelateerd aan techniek en gedrag, maar is ook een kwestie van sociale gerechtigheid.
Jack Steeghs, pastoraal werker in De Twaalf Apostelen (Wijchen) en zelfstandige (vanuit Zaltbommel)