
Gelukkig… wordt het elk jaar Kerstmis.
We horen van ‘geen plaats’ daar waar je een veilig heenkomen verlangt, een thuis om op te groeien, eten, drinken en enig vermaak, vrienden, vriendinnen, een stimulans op weg naar volwassenwording – en soms een vermanende vinger… want afgezien van de benodigde meewind komt geen mens echt verder zonder enige vorm van tegenspraak. Opvoeden, opgevoed worden, opgroeien en ouder worden is niet alleen maar een kwestie van alles geven en krijgen wat je hart begeert. Groeien als mens is vooral een omvormingsproces dat van buitenaf wordt aangereikt en in jou gebeurt. En vervolgens wordt die groei zichtbaar door grenzen te overschrijden, naar daar waar het leven heen reikt en jou op een goede weg leidt – tenminste, als je het zo kunt zien.
‘Geen plaats’ vinden en tóch doorgaan, in het vertrouwen dat er een goede plek zal zijn waar je kunt bevallen van je kind, van Godswege geschonken… dat blijkt een tijdloze boodschap voor alle mensen, oud en jong, die alleen maar willen leven – op zoek naar wat geluk…
Mensen willen niet steeds op hun hoede zijn…
Mensen willen niet steeds achter het net vol geluk vissen…
Mensen willen niet steeds een antwoordapparaat horen – daar waar een mens nodig is die écht naar hen luistert…
Net als Jozef en Maria zijn wij allemaal op reis, in een leven dat een belofte met zich meedraagt. Het leven is een wonderlijk cadeau ‘om niet’, een gift die erom vraagt uitgepakt te worden. Nieuwsgierig, verlangend, verkennend, alleen – en zeker ook mét elkaar. Want overal daar waar het sámen wordt afgebroken en het ‘ieder voor zich’ de boventoon voert, daar vertrekt God via de achterdeur, wordt het mysterie betekenisloos, want we kunnen het toch allemaal zélf?
Voor wie het kan aannemen is waarachtig leven, een leven vanuit de belofte dat het God is, die mét ons is. Dat het God is die het laatste woord heeft – en niet allerlei uitdagingen en hindernissen op weg naar een top waarbij ieder mens op zichzelf zomaar overweldigd of afgeserveerd kan worden. Zo is het leven niet bedoeld.
Het appél van God mét ons spreekt in onze huidige wereld allesbehalve vanzelf. In de rijke westerse wereld waarin we vaak als eerste leren dat het leven om jou draait: om jóuw ambitie, om jóuw inzet. Dat je bijna álles kunt worden, realiseren en verdienen, als je maar genoeg wil en daar hélemaal voor gaat…
Als pastoraal werker zeg ik dan meteen: dat gangbare samenlevingsbeeld klopt niet, is slechts de halve realiteit. Want leven als mens op aarde in deze wereldtijd kan niet zonder gemeenschappen waarbinnen we naar elkaar omzien. Te beginnen bij de veiligheid en stimulans van een goede thuissituatie, die jou behoedt voor al te grote fouten en stimuleert om het erop te wagen…
Daarom is de kerk relevant: als een gezonde contrastgemeenschap, waarvan de leden het aandurven om er voor elkaar te zijn. En op weg te gaan, mét het verhaal van God en mensen, mét de verhalen die de Schrift aanreikt.
Geloven is daarom bij uitstek: durven leven met hoop, soms tegen de verdrukking in.
Wees niet bang. Zoals de engel de blijde boodschap aan de herders brengt. Wees beslist niet bang en ga naar Jezus, de pasgeborene. Zie het kind van God en breng het, net als de herders, een gepaste eer. Ga met elkaar het leven aan, vanuit het wonder dat met alle leven meegegeven wordt. Jong en oud, oud en jong. Ga verder op weg en zie dat er zóveel te ontdekken en genieten valt. En als dan opeens die ontdekkingstocht niet meer gaat, durf dan te vertrouwen op allen die mét jou zijn. De rest, kunt je gerust aan God overlaten.
(Bron: Kerstevangelie volgens Lucas 2)
Jack Steeghs