
Wat mij betreft stond het afgelopen weekend een van de meest markante Bijbellezingen centraal: Exodus 3, de roeping van Mozes bij het brandende braambos.
Schaapherder Mozes hoedt de kudde schapen van zijn schoonvader Jetro…
Plotseling…
verschijnt er een engel van God vanuit een brandende doornstruik…
God roept Mozes: ‘Mozes, Mozes’…
Mozes antwoordt: ‘Hier ben ik’…
Vervolgens behoedt God Mozes
voor een al te gretige toenadering:
‘Kom niet dichterbij Mozes.
Doe je sandalen uit…
want de grond waarop je staat is heilig!’
Zo gaat het meestal in het leven.
Je doet je ding en ineens word je geroepen.
Meestal vanuit iets praktisch, soms door iets groots.
Laat je je dan storen in je alledaagse?
Ben je aanspreekbaar op het kruispunt van hemel en aarde,
ook als het nu niet zo goed uitkomt?
Dit zijn de vragen die meteen duidelijk maken hoe concreet geloven is – in de uitvoering.
Of je kunt horen en zien als het er echt toe doet.
Of je vanuit de eerbied voor dat wat jou overstijgt ‘ja’ kunt zeggen, het erop durft te wagen…
Met alle benodigde zelfkennis: van wie je bent, waar je vandaan komt en waar je met je huidige levensstijl op af koerst?
En dan maakt God zijn identiteit bekend – maar niet meteen volledig.
Hij maakt zichzelf bekend vanuit de heilshistorie:
‘Ik ben de God van uw vaderen, de God van Abraham, Isaak en Jacob…
Ik heb de ellende van mijn volk in Egypte gezien,
de jammerklachten om zijn onderdrukkers gehoord; ja, ik ken zijn lijden.
Ik daal af om mijn volk te bevrijden uit de macht van Egypte’
De joodse herder kent zijn geschiedenis
en raakt vervuld van het mysterie
dat zich voor zijn eigen ogen aandient.
Hij wil er niet aan
maar kan het ook niet ontgaan.
Mozes spreekt tot God: ‘Maar wie ben ik dan,
dat ik goed genoeg ben om mijn volk te leiden?’
Gaat het zo niet vaak?
Ik herken in de reactie van Mozes de vele bescheiden mensen die ik tegenkom.
Staand voor een grotere uitdaging zingen ze als in een meerstemmig koor:
‘Maar ik toch zeker niet? Dat kun je beter aan … of … vragen.
Die heeft er voor gestudeerd, of die heeft het netwerk, maar ik toch niet.
Ik ben maar eenvoudig en liever op de achtergrond…’
Met allemaal mensen op de achtergrond komt er geen schot in de zaak
van God en mensen op die ene aarde.
Met alleen maar mensen die ondersteunen – of delegeren – komen we niet verder.
Is dit ook niet precies de vinger op de gevoelige plek
in onze samenleving, in diverse domeinen, in onze kerken?
De hunkering naar inhoudelijk leiderschap,
naar daadkracht met oog voor alle betrokkenen?
En dan wordt God door Mozes verleid om zijn ware identiteit bekend te maken:
‘Als ik naar de Israëlieten ga, zullen ze me naar de naam vragen
van die God van de vaderen. Wat kan ik zeggen?’
Ik ben die – er ook nog – is
‘Ik ben die is.’ In onze geseculariseerde tijd zou je kunnen zeggen: ‘Ik ben die er ook nog is.’
God lijkt een bestaansrealiteit die je niet zomaar (meer) ziet
maar wel ieder moment tegen kunt komen. Hoor je dan? Zie je dan?
Houd je rekening met die andere bestaansrealiteit –
de tegenhanger van de moraal in onze omringende Westerse wereld,
die ronddraait in oplossingen, voortdurend ten onder dreigt te gaan aan zelfoverschatting?
Kennelijk is er zoiets als een verborgen realiteit
onder al het bestaande.
Een realiteit die draagt, hoedt, voedt en zorgt,
maar alleen dan werkzaam kan zijn
als mensen ervan getuigen, erin leven,
niet doen alsof
maar echt.
Afleggen, erkennen dat het leven niet om jou draait.
Eenvoudig?
Iets moeilijkers is voor mensen niet denkbaar.
Zo vol als we binnen de kortste keren zitten van onszelf,
dat we niet meer horen en zien wat er is
en helemaal opgaan
in wat er volgens ons zou moeten zijn.
Laat los
en ga,
we staan er niet alleen voor,
jij staat in een bewezen traditie.
(Foto: visual hunt)
Jack Steeghs