Hoe is het met… Nieuw Kerkzijn Platteland (2)

Eind 2019 schreef ik het laatst over ‘Hoe is het met… Nieuw Kerkzijn Platteland’.
Dit kleinschalige maar landelijke studietraject voor (kerkelijk) werkers op het platteland is daarna doorgegaan als informele intervisiegroep. De laatste bijeenkomst was gisteravond, digitaal.

De tendens in geloofsgemeenschappen op het platteland spreekt al jaren voor zich: de zeggingskracht vanuit dorpskerken neemt af.

Een verminderende betrokkenheid vanuit geloofsgemeenschappen, een dalend aantal actieve professionals, een groeiende afstand tussen beleid en uitvoering… Wat doe je dan in een beroepspraktijk die vanuit de aard weinig tijd en ruimte over laat voor de nodige reflectie?
Hoe kun je vruchtbaar omgaan met de realiteit van ‘een sterfhuis’?
Met dit soort vragen in mijn achterhoofd heb ik vijf jaar geleden het initiatief genomen voor ‘nieuw kerkzijn’.

Op de pastorale werkvloer ontkomen we niet aan een voorgegeven juridisch kader en ontkomen we niet aan de zeggingskracht van de Bijbel.
Maar dan, zijn er een hoop zaken die altijd anders georganiseerd kunnen worden. ‘Nieuw Kerkzijn’ wacht niet af en brengt dwarsverbanden aan tussen tradities, dorpsculturen en persoonlijke voorkeuren. We leren met elkaar vanuit elkaars ‘gaarkeuken’. Zo kan het dus ook!

Onderstaand meerdere aandachtspunten/leerpunten die ik voor mezelf heb opgeschreven vanuit eerdere sessies met elkaar:

 Gezinspastoraat is vruchtbaar als je het met regelmaat consequent inzet
en het persoonlijk maakt. Hoeft helemaal niet perfect te zijn. Net even een gezinsvriendelijk accent kan al genoeg zijn.

 Tegenwoordig is het een van de pastorale taken geworden om geloof naar het dagelijkse leven te brengen. Als je dit aandachtspunt laat liggen mis je de aansluiting met meerdere doelgroepen en ondergraaf je je eigen toekomst.

 Jongeren willen best naar andere dorpen voor activiteiten vanuit de parochie, ouderen vaak maar moeizaam. Soms zitten ouderen en jongeren elkaar in de weg. Dan is creativiteit en meebewegen gevraagd. Goede vragen durven stellen. Realiseer je dat elke ouder beseft dat jongeren de toekomst in zich hebben en daarom geen sluitpost van aandacht kunnen zijn.

 Parochies worden in de overlevingsstand gedrongen. Soms koesteren parochianen die rol zo zeer en vinden ze het wel goed zo. Voor de pastor is het dan de kunst om bij die ‘overlevingsstand’ te verblijven en ook daar God ter sprake te brengen zoals het kan. Dan ontstaat er ruimte.

 Pastoraat is maatwerk. Soms kun je een cluster van enkele dorpen bijeen brengen, soms kan dat niet omdat ze te zeer verschillen van karakter. Vaak zitten de kansen (of de onmogelijkheid) tot samengaan in de geschiedenis verpakt.

 Niet elke pastor heeft alle kwaliteiten die in ‘zijn’ of ‘haar’ dorpen/wijken gevraagd zijn. Bespreek daarom elkaars krachten in het team en ondersteun elkaar in ieders anders-zijn.

En net als in november 2019 eindig ik met de woorden: wil je meer weten?
Ben je een collega beroepskracht in een katholieke of protestantse kerk op het platteland, zoek je naar deskundigheid vanuit de praktijk in een klein en informeel netwerk van professionals? Stuur me een bericht!

Jack Steeghs

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s