
De veertigdagentijd is een bijzondere tijd, van op weg gaan, in vertrouwen – dat God zijn Verbond met mensen heeft gezegend. Laten we de komende weken regelmatig tijd nemen voor onszelf, voor elkaar, voor de rijke taal in de Schrift, voor het leven zoals het is bedoeld. De overweging van afgelopen weekend…
We lazen in het oude testament het eerste gedeelte uit de roeping van aartsvader Abraham. God zegt tegen Abraham: ‘Trek weg uit je land, je stam en je familie… naar het land dat ik je zal wijzen’. Dat is niet één keer maar zelfs drie keer loslaten. Drie keer jezelf opnieuw toevertrouwen aan de stem van God. Een stem! Geen persoon, geen machtig superwezen, maar een stem overgeleverd door een in onze ogen nog jonge geloofstraditie. De grondtoon in Israëls Godservaring bestaat dan ook uit: spreken en luisteren.
‘Door de wereld gaat een woord
en het drijft de mensen voort:
“Breek uw tent op, ga op reis
naar het land dat Ik u wijs”’
(Gezangen Voor Liturgie 431)
Vandaar ook dat hier van Abraham sprake is van een ‘roeping’. Roeping, dat is: leven vanuit een ideaal of een missie. In geloof wordt deze niet door mensen zelf gemaakt maar wordt ze aangereikt – en déze roeping blijkt zo aanlokkelijk dat je niets anders kunt dan het er maar op te wagen. Dat is leven in het ongewisse, waar je zelf rationeel nooit voor zou kiezen.
Roeping heeft altijd iets van het voorvoelen van een oprechte betrokkenheid van buitenaf. En deze betrokkenheid vervolgens aanvaarden en als leiding in je leven mee nemen. Garanties zijn er niet. Garanties zijn meer iets voor onze tijd. Garanties zijn niet verkeerd maar passen niet bij geloven: ze grenzen mensen af en zijn beperkt tot belangen van individuele of groepen mensen. Roeping gaat veel verder dan dat. Roeping heeft álles in zich en álles op het oog: leven als mens op aarde in deze wereldtijd. Daarmee heeft roeping veel weg van de liefde die steeds weer mensen samenbrengt en elkaar op zijn tijd het ja-woord laat geven – om met zijn tweeën levenslang met elkaar verder te kunnen gaan. Wie wist aan het begin van zijn of haar huwelijk 100% zeker dat alles goed zal blijven gaan? Liefde kent geen garanties, maar heeft wel degelijk een belofte in zich, die veel weg heeft van het Verbondsdenken in het oude Israël. De roeping van Abraham wordt in de oudtestamentische lezing van vandaag verbonden met de zegen die God uitspreekt over de schepping op de zesde dag. Vandaag wordt díe zegen concreet verbonden met een weg die mensen begaan: aartsvader Abraham gaat ons voor. Bijzonder is ook dat Abraham op weg gaat en bovendien zijn God met zich meeneemt. Dat was in die tijd uniek, want Godsgeloof was tot dan verbonden met een specifieke plek. Op dat moment werden in het Beloofde Land namelijk vele Goden vereerd – met als belangrijkste Baal (vruchtbaarheid) en Astarte (liefde, maar ook oorlog). In het evangelie lazen we de eerste vooraankondiging van Jezus’ weg. Ook Jezus gaat op weg met een stem als leidend principe. Inmiddels is er een heel volk op weg gegaan: op weg naar het Beloofde Land. Er is een Verbond gesloten, er zijn profeten opgestaan, er zijn koningen aangesteld, mensen hebben met vallen en opstaan leren leven volgens Wet en Profeten. Jezus stond in die traditie als hij op weg gaat richting Pasen en regelmatig de berg opgaat. Hij weet nog niet precies wat er op zijn weg gaat komen maar gáát. Als er dan een stem uit de wolken klinkt gebiedt hij zijn getrouwe leerlingen Petrus, Jacobus en Johannes om niets verder te vertellen: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in wie Ik vreugde vind. Luister naar Hem.’ Jezus weet genoeg om zijn weg te kunnen gaan: dat hij bemint wordt door de Schepper van alle leven en dat hij God tot het einde zal navolgen. In geloven draait alles om vertrouwen dat van buitenaf is aangereikt. De meest nabije leerlingen behoren dát vanaf het begin te weten en voor te leven! Wie weet wat er nog voor beproevingen zullen volgen? Op weg gaan met een Goddelijke stem als influisteraar van wat jou nu te doen staat. Je moet het maar geloven, je moet het maar durven. Zo’n geloof delen we hier. En we zijn bepaald niet de eersten, velen gingen ons voor op weg naar Pasen. Een ook persoonlijk heeft menigeen in dit gebouw al vele jaren ervaring met de veertigdagentijd. Laten we het er dan ook dit jaar maar op wagen, een ieder vanuit de eigen mogelijkheden en perspectieven die bij ieders karakter en levensfase passen.
(Bronnen: Genesis 12, Mattheus 17)
(Bij de foto: een winterse beproeving op je levensweg)
Jack Steeghs