
Bijna 4 jaar geleden overleed ons pap, ruim 2 maanden geleden ons mam. De generatie die mij is voorgegaan is uit de tijd gevallen. ‘Nu mag ik het van hen geleerde waar gaan maken’, bedenk ik als enig kind, die vele jaren met hen leefde en werkte… Een blogserie over levenslessen van vroeger voor NU (31).
Als ik mijn ogen sluit, even stil word en terugdenk aan de jaren dat ik mijn eerste stapjes op het ouderlijke erf zet zie ik het volgende voor ogen: altijd bezigheid, veel volk over de vloer, vooral handwerk en in de avond een moe en voldaan gevoel bij pap en mam. Mam bakt aardappelen, eieren en spek in de keuken. En aan tafel wordt de dag nog eens doorgenomen. Het bouwplan van het bedrijf: 2,30 ha rogge, 2,40 ha gerst, 0,60 ha aardappelen, 0,25 ha voederbieten, 0,60 ha suikerbieten, 1 ha asperges, 0,25 ha aardbeien. De veestapel: 10 melkkoeien, 6 stuks jongvee, 1 paard, 90 vleesvarkens, 700 kippen. Kleinschaligheid op eigen erf. Mijn ouders werken en leven samen voor ons eigen. Dat duurt niet lang. Ik zit nog niet eens op de kleuterschool als de loonwerker metersdiepe drijfmestputten graaft die onder de later te bouwen varkensstallen worden gemetseld. In dezelfde periode trekken draglines diepe sloten over naburige akkers en worden bosschages en landweggetjes weggehaald. Ineens wordt alles anders. Vooral eenvormiger en groter. Als kind vind ik het geweldig, die nieuwe tijd, een en al positiviteit. Maar het veranderende aanzien van de aarde verandert ook de harten van de mensen. Nog steeds staat het eigen erf voorop maar er ontstaat een blijvende stimulans om te groeien. Allereerst omdat de opkomende agrarische industrieën niet anders kunnen dan het volgen van een harde economische wet in een kapitalistisch georiënteerde Westerse wereld: steeds meer voor steeds minder. De veranderende coöperaties zien de nieuwe tijd als geweldige kans. De leden zien het gezamenlijke belang naar een modernere land- en tuinbouw en zien dat een ieder er beter van wordt. We gaan er allemaal in mee. Vanzelfsprekend. Totdat die harde economische wet (van meer voor minder) gaat knellen en op steeds meer erven zichtbaar wordt dat niet iedereen mee kan komen. Ik hoor als jongere voor het eerst dat boeren over een gestopte collega zeggen: ‘Nee, hij kon niet mee, was geen echte ondernemer’. Het meegegeven waardeoordeel geeft aan dat ‘groei voor elkaar’ geen rekening houdt met persoonlijke verliezen, zoals vroeger de basisgedachte was in de opkomende coöperaties. De menselijke maat die boeren en tuinders eigen is wordt omgevormd tot ondernemerschap. De menselijke maat wordt daaraan afgeleid. Dit betekent niets minder dan een revolutie, die zich in stilte voltrekt. Een echte boer wordt een ondernemer die geen hulp nodig heeft en leert concurreren op het scherpst van de snede. Als je maar echt wil kom je verder. Ondernemerschap zorgt ervoor dat je werk efficiënter wordt, handwerk wordt afgestoten of geautomatiseerd, vee aantallen nemen toe, machines worden groter, soms wordt dat ondernemerschap zelfs internationaal. Met het verloop van de jaren groeien de bedrijven verder en groeit de schuldenlast mee. Alles gaat goed… totdat die ene nieuwe uitdaging verkeerd uitpakt… de persoonlijke gezondheid het laat afweten… personeel een grote fout begaat… een afgegeven vergunning niet klopt… buren gaan klagen… Ik weet zeker dat menig verantwoordelijke bij een bank of in het bedrijfsleven gewaarschuwd heeft voor de gevolgen van de eenzijdig veranderende tijden. Oordelen is makkelijk, een geleidelijk aan scheef gegroeide realiteit ombuigen is heel moeilijk en kost veel tijd. En wie krijgt het gezag?
Mijn ouders hebben een goede tijd gehad. Zij zijn gestopt op de pensioengerechtigde leeftijd en hebben vruchten geplukt van de ontwikkelingen in de jaren zestig en zeventig. Zij begonnen zwaar en eindigden licht. Deels door meewind, deels door hard werken en moed. Tegenwoordig eindigen steeds meer boeren zwaar of dragen een onhoudbare last. Hard werken is geen enkele garantie op succes. Dat zou beslist anders mogen zijn. Werken zou sowieso behoren te lonen. Omdat we allemaal mensen zijn.
Jack Steeghs
Jack, grote dank voor dit indrukwekkende verhaal, geschreven vanuit je eigen situatie. Voor mij, opgegroeid tussen de ‘stenen van de stad’ maak je de situatie van de boeren die vastgelopen zijn in het verworden econmiische systeem zo concreet en inleefbaar!! Stuur je deze tekst ook naar vertegenwoordigers van politieke partijen…? Hartelijke groet, Toos