Met een schilderij van ‘ons pap’ verbind ik verleden – heden en toekomst in een serie over mijn weg. Deel vijf: taal.
In de vorige bijdragen verkende ik in hoofdlijn de weg zoals die bij mij gelopen is, de context waarbinnen mijn weg nu gestalte krijgt en het hoe. Vorige keren hield ik mezelf een spiegel voor en besprak ik succes. En nu? Taal.
Dat bij het verbinden van de religieuze en seculiere wereld taal nauw luistert mag nauwelijks verbazen. Zeker niet in ons land waar in het gewone dagelijkse leven het religieuze is voorbehouden aan een selecte groep beoefenaars.
Niet voor niets was taal een belangrijk punt op de eerste conferentie van voorbijdeonteigening. Hoe breng je de vruchten uit de religieuze wereld in gesprek als je daarvoor geen gebruik kunt maken van de overgeleverde taal? Hoe breng je vruchten in gesprek wanneer het de ander niet zomaar duidelijk is dat het vruchten zijn? Hebben de kardinale deugden geloof, hoop en liefde vanzelfsprekende zeggingskracht? Dat is de grote uitdaging van religies in onze tijd. Dat is de uitdaging voor mij met Boerenpastoraat.
Daarom vertrek ik in Boerenpastoraat vanuit mijn eigen levensgeschiedenis en betrek ik daar mijn omgeving bij. Dan is de kans dat de gebruikte taal beklijft het grootst. Verder heb ik voortdurend het nodige huiswerk: muziek luisteren, films kijken, kranten en boeken lezen, kunst kijken. Want het zijn kunstenaars die het vak van de verbeelding als geen ander verstaan.
Daarom probeer ik af en toe in een kunstenaarshuid te kruipen. En dat is best spannend. Zoals mijn plan om een filmpje te maken van wat ik doe. Het is deze gerichtheid die me gaande houdt in de vertaling van twee praktijken: de pastorale en boerenpraktijk. En waarom?
Omdat voor veel actuele vraagstukken de oplossing zit in verbinding van wat er al is, niet in iets nieuws.
Jack Steeghs