
Bijna 4 jaar geleden overleed ons pap, ruim 4 maanden geleden ons mam. De generatie die mij is voorgegaan is uit de tijd gevallen. ‘Nu mag ik het van hen geleerde waar gaan maken’, bedenk ik als enig kind, die vele jaren met hen leefde en werkte… Een blogserie over levenslessen van vroeger voor NU (33).
Aanleg of opvoeding? Een vraag die wel eens wordt gesteld als bij de ander een eigenaardigheid wordt ontdekt. Zo ben ik een ochtendmens. Hoe dat is gekomen? Genen. Een van mijn allereerste zelfbedachte taken: als kind ’s morgens in alle vroegte de katten melk geven in de stal. Het gebeurde spontaan. In mijn herinnering hoor ik de varkens in het achterhuis knorren en zie de katten gretig op het schoteltje melk afkomen… En ik zie dat het goed is. Zo is aandacht voor wat er te doen is vanzelf op mijn levensweg gekomen. Als ik ouder word voegen de jaren in maatschap met mijn ouders daar volharding aan toe: het innemen van een begeleidende rol en het consequent vasthouden aan een overeengekomen weg. Vormende jaren, zo merk ik elke dag weer. Voor een veehouder biedt de vroege ochtend niet alleen een fris begin van een nieuw geschonken dag, elke ochtend vraagt om een ronde langs het vee, een voer- en melkbeurt in de stal. Die terugkerende routine vormt je, versterkt eigenschappen die je al hebt of vult ontbrekende aan. De avond kan prachtig zijn maar om te werken is het nooit mijn favoriete dagdeel geworden. De avond is voor mij meer om te ontspannen, de dag te overdenken en langzaamaan los te laten, voor een goede nachtrust. En vooral: de avond zie ik als bode voor een nieuwe morgen. Pas tijdens het opnieuw studeren kom ik er achter dat dat een geloofsuitspraak is. Dat de zaterdagavond naar de zondag verwijst, dat de aan een feestdag voorafgaande avond het feest in het volle licht zet. Mochten wetgeving en andere ontwikkelingen gaan leiden tot een versnelde afname van het aantal boeren dan is dat niet alleen een economische aderlating, het is veel meer dan dat. Bijbels durf ik een dergelijk somber toekomstbeeld gerust als ‘zondig’ te bestempelen. Om je als land diep voor te schamen. Als optimist en kenner van de boerenmentaliteit zeg ik: zo ver zal het waarschijnlijk niet komen. Diep van binnen in ieder mens zit een behoefte om geliefd te worden en goed te doen. Betrokkenheid voedt zorg voor elkaar. En boeren zijn daar heel sterk in.
Jack Steeghs